donderdag 26 april 2018

Diepe vloeistof en gesnurk

De man in de coupé naast me was omringd door drie meisjes, of meiden, of jonge vrouwen. Waarom bestaat er in het Nederlands toch geen equivalent voor het prachtige Italiaanse 'ragazza'? , als men een vrouwspersoon tussen de twaalf en dertig bedoelt (ragazzo als het een kerel, vent, gozer, jongeman betreft). Laat ik ze 'dames' noemen, daar kun je alle kanten mee op. Hoewel, u zult bij die term wellicht niet meteen een tattoo onder een netpanty voor ogen hebben. Of aan geblondeerd haar, een neuspiercing, een groene trui en roze Dokter Martins denken.

De dames waren jong en ze wilden wat. Toen ze hun mond opendeden kon men horen dat ze uit betere kringen kwamen. Toen ze uitstapten maande de blonde de anderen zelfs aan om hun spullen te 'rassembleren'. Nou, dan weet je het wel.

De jongen van het stelletje achter me ging steeds luider te snurken. De ragazza die op zijn schouder rustte leek er geen last van te hebben.

Die van dat rassembleren was de meest aanwezige van het stel, de informele leider. Haar gevolg -anders kan ik haar vriendinnen niet noemen- wist te vertellen dat ene Jochem/ Niels/ Max haar leuk vond. Dat had hij gezegd. 'Nou', was het antwoord, 'daar had hij dan niks van laten blijken.'
'Maar hij vind je echt leuk hoor.'
'Dat vinden er wel meer', antwoordde de blonde en staarde emotieloos uit het raam.
Zoveel zelfvertrouwen was blijkbaar ook voor haar gevolg wat veel van het goede. Het bleef even stil. Op het gesnurk na.

Het onderwerp verplaatste zich naar exen. Hoe lang het nu al uit was met Max/ Jochem/ Niels. En met wie hij haar of zij hem dan had gecheat. Toen biechtte de stille dame met de Dokter Martins iets op over 'vroeger'. (een dergelijke uitspraak 'Toen ik nog jong was', had me in mijn begintijd in Italië daverend hoongelach opgeleverd. Ik was zestien. En not amused). Maar Dokter Martins vertelde dat ze escortdame had willen worden. Vroeger. Dat kon gezien haar leeftijd hooguit twee jaar terug zijn geweest. Of misschien had ze die droom al op haar twaalfde.

Ze kletsten over sugababes en vroegen of Niels/ Max/ Jochem nu vrienden 'met benefits' waren? Toen de gespreksstof opdroogde, werd de jongen die al die tijd met zijn koptelefoon op tussen hen in had gezeten opeens interessant. De dame met de tattoo mocht ook even luisteren. De jongen vertelde over 'Dance floor neuro', 'Crossover' en 'Deep liquid'. De koptelefoon ging gauw weer af. Ze vond het maar niks.

Gelukkig snurkte de man achter me niet zo hard als 'diepe vloeistof

zondag 15 april 2018

De koorknaap en de oude man

Er wordt vandaag voor het eerst met muzikanten gerepeteerd. Een vleugel, een trompet, doedelzak, cello... het is een bont geheel, net als het kleurrijke gezelschap dat ze bespeelt. Meer dan de zangers, die overwegend wit zijn.

Na het inzetten van het vierde lied zet het orgel te vroeg in, of moet de percussionist een extra riedel doen of was het dat de sopranen de alten -die volgens de dirigent altijd bescheiden zijn- toch beter kunnen versterken? Ondanks mijn voornemen me goed te concentreren, dwalen mijn gedachten af. Ik masseer mijn handen die na een week schilderen weer aardig gevoelloos zijn.

Net nu we voor het eerst op het podium oefenen, is de oude man die alle voorgaande repetities naast mij zat, achterin de kerk gaan zitten. Naar verluidt omdat hij het staan te vermoeiend vindt. 'Ik oefen wel thuis', had hij gezegd. Toch jammer, samen zingen voelt anders dan thuis achter de laptop.

Aan de andere kant van de kerk, voor ons op de eerste rij, zit een jongetje dat tachtig jaar jonger oogt dan de man die niet kan staan. Het jongetje verruilt zijn kleurboek voor een tablet. Ik probeer te bedenken van wie hij het kind zou kunnen zijn. De dirigente zegt dat we straks vooral gefocust moeten blijven op de muziek en niet 'nog even zwaaien naar ome Piet die ook is gekomen'. Haar humor doet de aandacht verslappen. 'Gaan we voor het zingen de kerk uit', grapt een blozende bas naast me. 

We zingen voor vrede. Althans zo heet deze mis die we over twee weken voor publiek ten gehore gaan brengen. Meer nog dan de woorden van het stuk en de beelden van de oorlogsgruwelen die over de hoofden van het koor, op de muur achter ons worden geprojecteerd, vormen de teruggetrokken oude koorgenoot samen met het jongetje een mooi schouwspel voor die vrede.

Geduldig herhaalt de dirigent dat gelijktijdig inademen, het 'recht op de noot zingen' en vooral, naar háár kijken- essentieel zijn om straks iets moois neer te zetten.

Na een uur lijkt ook de tablet niet meer de gewenste afleiding te geven en zoekt het kind ander vertier. Hij hangt onderuit, luistert nu aandachtig naar ons geploeter -"We seek Thy merci now!'- en steekt zijn beide handen in zijn zakken. Of eigenlijk meer in zijn broek. Maar hij heeft de leeftijd dat zulks nog niet aanstootgevend wordt gevonden. En zijn musicerende ouders zijn te geconcentreerd bezig om hem op deze onkuisheid te betrappen. Gelukkig maar. Want ik zal vast nooit meer een vredesmis in een kerk mogen voordragen aan een gehoor dat uit een oude man en een kleuter bestaat.

Vrediger wordt het niet.

maandag 9 april 2018

Papschachtel in de nacht.

Met al die zon van het afgelopen weekend zou je bijna vergeten dat het onlangs nog zo koud en nat was. Er leek geen eind aan te komen. Maar misschien kwam dat ook omdat ik toen tweehonderd kilometer door de regen reed. 's Nachts.

Rond Schiphol was er nog overal licht. Langs de snelweg, in de lucht en op alle hoogbouw rondom al dat oneindige randstedelijke verkeer. Maar na Lelystad werd de nacht steeds zwarter en nam ook het aantal tegenliggers gestaag af. Het schijnsel van mijn koplampen maakte van de regen strepen als bij een oude film, maar dan zonder gezwabber. Bij het inhalen van een paar eenzame vrachtrijders kwamen er watergolven over mijn bus en kon ik me goed voorstellen dat oudere mensen een hekel krijgen aan 's nachts rijden. Er bleken opvallend veel tankstations te zijn die vierentwintig uur per dag open zijn. Niet dat ik brandstof nodig had. Maar ik had zin in iets warms en moest plassen.

Wantrouwig keek ik naar de warmhoudplaten en nam er een bakje met twee lauwe kroketten uit. Sinds we thuis vegetarisch eten (iets met puberkinderen die hun plek op de wereld willen 'verdienen'), oefent de geur van warm vlees een vreemde aantrekkingskracht op me uit. Met mijn snack en flesje cassis slenterde ik langs de schappen. In ruil voor mijn plasje van vijftig cent kreeg ik een kortingsbon. Ik rekende af bij de man die achter glas zat dat nog dikker leek dan de douchewand die ik eerder op die dag plaatste.

Op het vette papieren bakje stond 23.30. Misschien was dat de tijd waarop de nachtwacht mijn kroketten uit de broedmachine moest halen om voedselvergiftiging te voorkomen. Maar met een dot mosterd en wat frisdrank kreeg ik het zompige eten wel weg. Prik leent zich goed voor nachtelijke autoritten. Net als 'Het oog'.

Toen de ruitenwissers opnieuw mijn kijk op de nacht verhelderden, luisterde ik op radio 1 naar 'Ein letztes glass im stehn', waarna één van die prettige stemmen van 'Met het oog op morgen' vertelde wat er die dag was gebeurd. Ik hoorde dat Winnie was overleden. Waarna de vraag rees of een staatsbegrafenis wel passend voor haar zou zijn. Als deskundige inzake de weduwe dan wel ex-vrouw van Nelson Mandela werd tot mijn verbazing Tom Lanoye geïnterviewd. Die schijnt een deel van het jaar in Kaapstad te wonen. Hij zei dat zowel op de verguizing van  Winnie als op de aan heiligverering grenzende bewondering van Nelson wel wat valt af te dingen. Die visie bevalt me wel. Maar misschien komt dat ook omdat ik Lanoye mooi vind schrijven.

Mijn zus woonde eens een lezing van hem bij in Berlijn over zijn boek 'Kartonnen dozen'. Die titel was correct vertaald als 'Papschachtel'. Maar toen Lanoye begon met praten, sprak hij het woord eerst meerdere keren vol verbazing uit.

'Papschachtel', dat klinkt een beetje naar oude kroketten van een tankstation bij Urk.