zondag 23 augustus 2015

Nederland is vol


Nederland is vol. Dus bouwen we een nog groter hek om fort Europa.
of
Nederland is vol. Maar mensen die hierheen komen zijn zielig dus die kunnen 'we' niet weigeren
of, de nieuwste:
Nederland is vol dus gooi de grenzen open want dan kunnen 'ze' na een snuffelstage in asielzoekersverwerking ook ooit weer terug om te zeggen 'Het valt tegen daar. Geen werk en het leven is duur.'  Want zo'n heen en weer van mensen is er altijd al geweest, met een hek sluit sluit je de terugweg af en versterk je het beeld dat hier wat te halen is.

Die laatste komt van Leo Lucassen en maakte zelfs de tongen los in de Telegraaf. Die ik las op een verlaten campingterras in Sint Nicolaasga. De columniste vond de vergelijking met de val van de muur nergens op slaan. Omdat het daar ging om onderdrukten van een communistisch regime.

Misschien is dat zo. En een mensensmokkelaar van toen kan nu rekenen op een podium. Wolfgang W. vertelt in 'Speeches' trots hoe hij instructies gaf om met behulp van een nagelschaar je oude paspoort te versnipperen. Hij regelde 'westerse' kleding en gaf 'les' in westerse gewoontes. Dus niet zielig in een hoekje je lot ondergaan maar zelfbewust en arrogant eisen wat je toekomt. Om niet op te vallen. Hij had 220 mensen geholpen. Vooral artsen.   
 
Anno 2015 gaat Arnold Karstens zowel naar Calais als Kos en schrijft over hoe telefoonverkopers meer geld verdienen dan degene die souvenirs aan de man wil brengen. En dat de nieuwkomers hun neus ophalen voor het noodhotel waar Griekse vrouwen dagenlang aan het poetsen waren. Een ongemakkelijk gegeven. Want vinden we eigenlijk niet dat alleen zonaanbidders eisen mogen stellen aan hun onderkomen? Ook al was voor hen de reis naar Kos waarschijnlijk tien keer goedkoper. En tien keer korter. Maar ook dat is vast geen goede vergelijking. Over de strandvlucht van bloteriken hoor ik namelijk nooit wat (of het moet iets van 'Red mijn vakantie' zijn) maar heel Europa praat over die reizigers vanuit het Oosten. Van bedrijfskantine tot in het torentje. Volgens Merkel zou het financiële Griekenlanddebacle zelfs in het niet vallen bij deze 'kwestie'. De gemene deler tussen de halfnaakte westerlingen en de gesluierde oosterlingen is wel de tijdelijkheid van hun strandverblijf.

Ik ga niet naar Kos. En kom ook nooit in een torentje of een kantine. Da's soms wel jammer, want waar en met wie kan ik dan van gedachten wisselen? Daar heb je toch echt anderen voor nodig.

Dus toog ik gisteren naar de stad. Waar ik danste en praatte en dronk. En op het Noorderzonfestival een woordeloze voorstelling bezocht in zó'n krap theaterzaaltje dat de knieën van de vrouw achter me in mijn rug priemden en de mijne in de rug van de dikke man voor me. 'Niet geschikt voor mensen die niet tegen kleine ruimtes kunnen', stond er op de pipowagen. Die hevig schudde tijdens deze 'zintuigenvoorstelling'. Waar een tocht over en onder water werd gesimuleerd. Het had wel wat weg van een volgepakt bootje. Toen ik uitstapte mengde ik me in de mensenmassa en schuifelde richting podium Zuid.

Ik vroeg wat rond naar een mogelijke 'afterparty'. Maar om daarvoor in aanmerking te komen diende je in het bezit te zijn van 'een zilveren bandje'. Als teken dat je werkzaam was op Noorderzon. Als vrijwilliger. Dat had ik niet. Want ik werkte er niet. Onderscheid moet er zijn. Misschien heb ik morgen meer geluk. 

Om één uur 's nachts dunde de mensenmassa uit. Blanke, dronken cultuurminners maakten langzaam plaats voor groepjes opgedirkte Arabische en Iraanse jongeren. Zij had de boot gemist. Maar ze waren vast ook niet vrijwillig in de pippowagen gestapt. Ik fietste moe maar voldaan weer naar huis.

Een week eerder deed ik dat ook. Fietsen. Ideetje van Leo (14). Die wilde zo graag eens met mams op fietsvakantie. Nu heb ik weinig op met fietsen als recreatief tijdverdrijf, maar omdat het doorwerken met een gebroken duim mij niet verstandig leek, kreeg Leo toch zijn zin. Het was een prima manier om de zomervakantie mee af te sluiten en Nederland te verkennen.

Tot slot nog een laatste waarschuwing voor iemand die in Turkije de oversteek wil wagen en door 'Kos' te googlen per ongeluk op dit blog belandt: 'Onderstaande beelden kunnen een vertekend beeld geven van de werkelijkheid.'  Maar, zoals u weet, gebeurt dit ook met het beeld dat we van u hebben.

Oordeel zelf.
Dat is een westerse gewoonte die u zich na aankomst het beste meteen kunt aanleren.
We doen hier weinig anders.

Hindeloopen
Woudsend
Rohel


Sint Nicolaasga
Heeg
Onlanden
Bij Thesinge









Noorderzon






woensdag 19 augustus 2015

Floortje Langkous

Floortje Dessing, die acht seizoenen het reisprogramma 3-op reis presenteerde, houdt het voor gezien. Ze gaat wat anders doen. Dat wist ik niet. Toch prettig dat zulke mooie programma's in komkommertijd worden herhaald.

Zo gaat ze in Teheran onder meer op bezoek bij de voormalige Amerikaanse ambassade, waar de gijzeling honderd keer langer duurde dan de bedoeling scheen. Ondertussen werd in 1979 de eerste Islamitische republiek uitgeroepen en de Sjah van de troon gestoten. Ook bij hem gaat ze op bezoek. Althans, zo lijkt het. Ze struint rond in het paleis waar de Sjah, zijn vrouw Farah Diba en hun vier kinderen woonden. De kamers waar zij in weelde leefden zijn bijna aan te raken. Op de muur van de badkamer van koningszoontje Ali-Reza zijn stickers geplakt. Waaronder één van Pippi Langkous met op haar hoofd meneer Nilson, haar aapje. (min. 14.22)

Na deze aflevering volgt de laatste op 30 augustus. Die kun je gewoon online zien, maar voor de bankhangers onder jullie, zeg ik het toch maar even. Want dan zoeft Floortje omlaag vanaf bijna verlaten Iraanse skipistes, ooit bedacht door die eerdere Sjah. De ei-liftjes waar ze in zit -compleet met Milka reclame-, zijn zo retro dat het bijna hip is. En ze bezoekt Thomas Erdbrink, één van de weinige Westerse correspondenten in Iran. Hij ontving met zijn team twee maanden geleden de Nipkowschijf 2015 voor de serie 'Onze man in Teheran'. Ook een aanrader.

Maar wat mij betreft mocht Floortje deze prijs krijgen. Omdat zij, meer nog dan Erdbrink, een onbevangen nieuwsgierigheid uitstraalt. Die ontwapent. Eigenlijk is ze een soort Pippi. Die laatste wil haar vader bevrijden, die zit gevangen op een eiland in de Stille Zuidzee. Als ze met haar luchtbed op een bergtop strandt, bouwt ze van een fiets een vliegtuig. Floortje kampte vorige week ook met motorpech. Bij Alaska. Door van het dekzeil een zeil te maken voorkwamen ze verder te worden weggeblazen, de ijskoude zee op. De flessenpost was 45 jaar na Pippi vervangen door Floortjes satelietttelefoon.

Als afsluiter zien je een selectie van al haar bijdragen aan elkaar. Wie goed oplet, leest ook: (bij min. 30.30) 'Wellcome to Syria'.
Stof tot reflectie.
Hoe zou het zijn als degenen die op Kos aan land stappen of spoelen, zo'n bord zouden zien staan? Niet als welkomstgroet voor een vakantie, maar als troost omdat je huis en haard achter je liet en aan het begin staat van het avontuur dat misschien wel 'de rest van je leven' heet. 


In datzelfde Syrië zitten nu ook mensen gevangen. In een burka. Of als eigendom van Abu Bakr Al Bagdadi of Abu Sayaf. Helaas zijn huidige bombardementen minder precies dan Pippi's kanon. Er kwam geen gat in de vesting om Kayla Mueller te laten ontsnappen uit de klauwen van de hedendaagse Bloed Barend en Messen Jochem. En voor wie meent dat deze laatste twee louter zijn ontsproten aan het brein van de schrijfster, hier lees je dat Lindgren haar boek baseerde op het leven van ene Carl Peterson. Die in 1904 als enige een schipbreuk overleefde en terecht kwam op het eiland Tabar, in Papoea-Nieuw-Guinea. Hij sloot daar vriendschap met de kannibalen en trouwde met de dochter van het stamhoofd.
Zo gingen die dingen in die tijd. Nog steeds.
Peterson scheen trouwens net als Pippi's vader ergens een schat te hebben begraven. Maar dat wist Astrid Lindgren dan weer niet.

In 1970, het jaar dat Floortje werd geboren (en ik toevallig ook) werd de Pippifilm opgenomen in onder meer Barbados, op de Cariben en in Budva, in het huidige Montenegro. Pippi is naar eigen zeggen 'overal geweest'. Maar Floortje weet dat met haar open blik ook nog eens prachtig te brengen! Ze krijgt van mij een Pippipenning!

Welkom thuis en alvast van harte gefeliciteerd!
(31 augustus is ze namelijk jarig)
En veel plezier met de rest van je leven!

Ik hoop dat je nog veel mensen zult besmetten met het reisvirus.
En zelf onderweg niet meer ziek wordt. 





 

maandag 10 augustus 2015

Daar gaat mijn imago van alleskunnend alleenstaand ondernemend ouder

In de zeven jaar dat ik mijn brood verdien met klussen was me dit nog niet eerder overkomen. Althans, ik had uiteraard wel vaker met een hamer misgeslagen, maar dat had nooit meer dan een van blauw naar paars naar geel verkleurende nagel tot gevolg gehad. Nooit eerder brak ik een kootje. Maar nu wel. Zo zei de radiolooog.

Daags voor ik mijn duim op het hardhouten aambeeld legde, las ik een artikel over de diverse mogelijkheden om je als éénpitter te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Het bleef bij lezen.

En daartoe ben ik nu weer veroordeeld. Tot lezen. In de wachtkamer van huisarts, radioloog en spoedeisende hulp spelde ik de huwelijksperikelen van celebrities die ofwel hun lief betrapten op vreemdgaan of het na een tijdje weer goedmaakten. Ik weet nu alles over hoe Onassis op zijn tachtigste zowel Jackie Kennedy als Maria Callas op zijn yacht het bed in kreeg en ook de affaires van François Hollande zijn voor mij geen geheimen meer. Van recenter datum waren de 'interviews' met jonge meiden in de Viva. Of was het de Vriendin? Over hun onderscheid tussen 'daten' en 'een relatie'. Waarbij het dan gek genoeg bij dat daten toch niet de bedoeling is dat je ene date je met een andere 'date' signaleert. 

Genoeg roddellectuur. Tijd voor serieuzer zaken. In het zonnetje voor het ziekenhuis overdacht ik hoe dat nu moest. Met mijn werk en zo. Vragend keek ik om me heen of er ook rokers waren. Niet om wat te bietsen, maar om voor mij een shagje te draaien. Want met één duim is dat lastig. Net als veters strikken, een elastiekje in je haar doen, een beugelflesje Glosch openen of een pot verf. Ramen monteren, draden strippen, een deur afhangen.
Ik wist het even niet meer. Voelde me onthand. Stapte uit arren moede in een bus waar 'Grote markt' op stond. Dat was weliswaar slechts vijf minuten lopen. Maar zielige mensen mogen met de bus. Deze bus ging inderdaad de stad in. Via Selwerd, Paddepoel en zelfs tot het eind van de campus van Zernike, zes kilometer buiten het centrum. De weinige inzittenden keken elkaar vragend aan toen er zelfs 'Veendam' op het scherm verscheen. Toch fijn van die norse chauffeur om mij nog wat bedenktijd te geven: 'U bent toch al in de stad?!' Ik moest me inhouden hem geen opgestoken duim toe te werpen.
 
Als troost struinde ik bij van de Velde (wat een prachtige winkel!) alle boeken af die mijn veellezer  Kees (11) zou kunnen waarderen. Toch koos ik bij de warme klanken van Omara Portuondo (si llego a besarti) voor de bijbel. Een dwarsligger. Hoewel er al een ongelezen bijbel in mijn kast staat. Maar dit is er één voor ongelovigen. 
'Is het een kadootje?' 'Ja, voor mezelf.' 'O, voor je duim.' 'Nee, ik ben bijna jarig.'
Maar nu nog even niet.

Gewapend met de bijbel van Guus Kuijer trakteerde ik mezelf ook nog op koffie met taart. Tegenover het prachtige pand waar ik drie jaar geleden een aantal klussen deed. En iemand me voor ideale vrouw uitmaakte.
 
Niet aan denken. Eerst genieten. Met moeite sloeg ik de flinterdunne bladzijden om.
 
Toen de A-kerk vier uur sloeg, stond ik op en kocht op de markt overmoedig nieuwe slaplantjes. Maakte een praatje met de postbode. Een ander soort vriendin dan in de wachtkamer. Maar relaties zijn ook in het echte leven geliefd onderwerp van gesprek. We zijn beiden weer single. Aan de andere kant van de Vismarkt brachten vier jonge jongens een virtuoos jazzstuk ten gehore. Naast lezen is ook luisteren met negen vingers prima te doen. 'This is music from my country, from Brazil', riep de vrouw naast me euforisch, terwijl ze -met een blik op haar dochtertje- haar swingen bedwong. Het tweede nummer dat werd ingezet stopte abrupt. De vrouw naast me zong het verder en vroeg de band om vooral door te spelen. Ik wees haar op de contrabassist. Die trok het niet. Met een vertrokken gezicht bekeek hij zijn vingers. Waar tape omheen zat. 
Gedeelde smart heeft ook wel wat.


vrijdag 7 augustus 2015

Onderweggenoten

Kantoorklerken spoeden zich, samen met trager sjokkende toeristen, richting station. De broodjes die de kinderen vanmorgen voor me smeerden smaken goed. Rechts van mij tuttelt een moeder met honderd kroesvlechtjes met haar baby. Links van mij wordt de dag, of het leven, of voetbal, of god mag weten wat besproken. In het Arabisch. 

Een hooggehakt groen broekpak klikt voorbij. Flarden Afrofrans. Een man leest lopend een boek. Een gouden dasspeld blinkt in de zon onder een rode jas. Net flets genoeg om niet op te vallen in de massa.

Vertrekkend volk. Wachtenden. Jaar in, jaar uit, eeuwenlang. Een station als een roman zonder einde.

Een marineblauwe dame met bijpassende hoofddoek praat met de I-phone aan haar oor. Een bebaarde hipster lijkt, ondanks zijn honderd plus kilo, te huppelen op zijn muziek die via snoertjes naar zijn oren loopt. De cabrio die langsbromt is minder discreet. 

Op de tas van een Griekse vrouw pronkt een paars vrijheidsbeeld. Ze peutert in haar neus. Als haar vriend niet tegen haar had gepraat, wist ik niks van haar oorsprong. Op de trap stopt een vrouw in Berberkleding met een kolossale tas op haar hoofd. Het meisje aan haar voeten weigert verder te lopen. Maar moeders kan het kind er niet bij dragen. Ze komt ergens vandaan. Gaat ergens naar toe. Net als ik.

Mijn trein had vertraging en ik miste mijn aansluiting. Gelukkig was hij niet afgelast. Of uitgelast, afgeschreven of hoe heet dat hier in Vlaanderen ook al weer? Amai!

In Luik praatte men 'un beetje' Nederlands. Een Turk veegde de druilregen met een wisser van zijn  terrastafeltjes. Zijn koffie was goedkoop maar niet Italiaans. Station Liège Guillemins, van architect Calatrava, was te groot voor het scherm van mijn smartphone. En ook de voorbijgaanden in Brussel, zijn meer dan ik in één logje kan vangen. Er schijnt een winderig zonnetje.

De geparfumeerde man die naast me in de trein zit, drinkt vast vaker cola dan ik. Bij hem springen tenminste geen tranen in de ogen. De jongen vóór mij hangt met geblindeerde ogen over twee stoelen. Net als zijn twee vrienden lijkt hij de mensen die in onvervalst Rotterdams op hen foeteren niet te verstaan: 'Je reist toch same, ga dan bij elkaar sitte!'

Mijn vakantie is voorbij. De kinderen gaan verder naar Frankrijk met hun vader. Maar ik kan het moederen niet laten. Bij Maline, of 'Mechelen' zo u wilt, spreek ik de geblindeerde jongen aan. Een bits 'I don't speak English' is het antwoord. Maar na 'Le train est plain, vous occupez deux place', schuift hij toch verveeld zijn voeten in zijn hagelwitte Adidasstappers en gaat rechtop slapen. Naast hem verdiept een donkere man zich nu in de Franse versie van 'De Wachttoren'. Buiten draaien windmolens en wacht het gouden graan om te worden geoogst.

In het kruisverhoor waar de Portugese gladjakker zijn Amerikaanse buurvrouw achter mij aan onderwerpt, wordt van Engels via Frans naar Spaans geschakeld. Ik denk aan de hoofdpersonen in Gipharts 'Ik ook van jou', dat ik halfgelezen teruglegde in de campingkantine. Over twee jonge versierders in een kano. Ook ik trok gister een kano door het laagstaande water van de Amblève. In het kielzog van mijn vlot voortpeddelende kinderen. Die nu verder zuidwaarts gaan. 

Achter me antwoordt  het meisje op de vraag of ze ook 'niños' heeft. . . of wil: 'Tengo solo veinte años!' Ze lacht. Maar ik zie haar niet.
Mijn ouders wachten met eten in Amsterdam.