zondag 28 juni 2015

Verbesser de wereld

Mijn verslaafde buurman zegt dat ik best wat besjes van zijn struik mag plukken, mits ik er ook wat voor hem aan laat zitten. Ik hoop dat mijn aardbeienjam er wat dikker van wordt. Hij tipt me ook over een plek in de aangrenzende Vinex-wijk. Daar zouden ooit bessenstruiken zijn geplant voor bewoners, maar er wordt weinig mee gedaan.

Terwijl Kees zich met zijn leesboek in de tuin installeert, spel ik intussen de Trouw. Geen spoor van Ewalds Engelen onheilstijding en zijn verbazing dat mensen het nog pikken. Wel een reportage over het Groningse Carex. 'Leegstand is nergens goed voor'. Een jong stel woont met hun tweelingbaby's in een boerderij in Ten Boer, een andere vrouw in een gymzaal, kompleet met ringen nog aan het plafond. Ook over en ander mooi initiatief, microscopen voor kinderen uit derde wereldlanden, wordt bericht. Deze zogenaamde Foldscope kost een euro per stuk, is van karton, opvouwbaar en goedkoop te versturen. Ook handig bij het opsporen van bijvoorbeeld malariaparasieten.

Ja, kijk Freek en Ewald, er gebeurt wel wat, maar misschien niet door te schreeuwen en te schoppen tegen 'het systeem'. Whatever that might be. Maar gewoon, door te zorgen voor betaalbare huizen en gezondheid, voor de gewone man en vrouw. Ver weg en dichtbij. Basic. Praktisch.


Er belt een vriendje van Kees (11). Zijn moeder gaat naar het Rapaljefestival. Hij heeft geen zin om mee te gaan. Kan hij misschien hier spelen? Van spelen komt eten en van eten komt slapen. Na het eten haal ik Leo (14) op van zijn sporttoernooi, onder de rook van Rapalje in het Stadpark. Terwijl hij zijn draadjesvlees naar binnen lepelt, vraagt hij of de radio zachter mag. Maar het is de buurman in een melancholische bui. We genieten mee met Hazes' 'Kleine jongen' en 'Geef me je hand'. Kees is intussen achter zijn boek in slaap gevallen op de bank. Het vriendje vraagt of ie hem moet 'Wakker maken om te gaan slapen

Als we in de eerste brandende zon van het jaar de jam bij elkaar plukken in de getipte bosjes, hoor ik menig motorrijder genieten bij het naast gelegen stoplicht. Achterop bij mijn toenmalige lief drukte ik me vorige zomer op dezelfde plek tegen hem aan, als hij, ten teken van een aankomend grommend optrekken, zijn hand op mijn dij duwde.

Als de bakjes vol bessen zijn, fietsen we langs het Eemskanaal weer terug. Bij de Ruischerbrug staan enorme kranen stukken brug te takelen. Naast een paar belangstellenden lijkt ook boeddha haar zegen te geven aan het herstel van de verbinding met de haringkar aan de overkant. Maar misschien is die intussen al failliet. Na een jaar te zijn afgesloten van de rest van Groningen. Of misschien heeft Minoes via Carex haar intrek genomen in de kar.



Thuis haal ik de tweede krant uit de bus. Dit tijdelijke extra papier dank ik aan mijn ouders, die nu op hun bijna tachtigste genieten van een zonnige kampeervakantie. Op de voorpagina van de NRC staat een met bloed besmeurde sudokupuzzel. Met daarnaast een paar sandalen. Ik kijk naar beneden en zie dezelfde sandalen aan mijn eigen voeten.


In het schemerdonker stoor ik een paar slakken terwijl ze zich tegoed doen aan mijn malse botersla. De wassende maan kijkt met bedenkelijke blik naar mijn schoongeveegd stoepje. Ver weg hoor ik het vuurwerk van Rapalje. Ik mors bessenjam op mijn tenen.

Terwijl ik dit typ klikt op het aanrecht een deksel van de afkoelende jam.  

vrijdag 12 juni 2015

Toiletten te Zanjan

‘Welcome to the Islamic republic of Iran’, staat op kolossale borden langs de snelweg naast reclame voor westerse automerken. Zwager Karim rijdt hard. Op de achterbank zitten Zohra en ik ingebouwd tussen koffers met Wibrakleren en paaseieren. De kleutertweeling klimt over ons heen en zo rijden we met ons zessen met honderdtachtig kilometer per uur noordwaarts. In de verte gloort Teheran. We zullen er niet heen gaan.

Om een uur of vier ‘s morgens wordt er getankt en houden we plaspauze in de buurt van Zanjan. Alles is nieuw, ik kan niks lezen, ik kan niks zeggen en ook nog niks kopen. Ik loop een brede trap op naar een bunker vol onleesbare graffiti die doorgaat voor sanitaire voorziening. Binnen zijn er wastafels met zeep en er zijn zelfs wat smoezelige spiegels. Ik heb nu de keus uit drie ijzeren deuren en ben gewapend met toiletpapier. Er kan weinig misgaan.

Ik duw voorzichtig de meest linkse deur wat verder open. De stront loopt me niet tegemoet, maar ik schrik. Daar zit een gehurkte dame. Ze ziet me gelukkig niet. Bij de tweede deur gebeurt hetzelfde. Maar deze dame ziet me wèl en als ik de krakende deur weer wil sluiten, rennen er drie vrouwen, gillend, met de hand voor hun mond, langs me heen naar buiten. Ik mompel nog ‘I’m sorry’, maar het mag niet baten.

Mijn eerste kennismaking met het land van de beroemde vorsten Xerxes en Darius, vindt plaats op een hurkwc! Buiten werkt mijn verhaal op de lachspieren van mijn reisgenoten. Ik krijg het advies voortaan even te kuchen voordat ik ergens binnenga.

We knabbelen kaas van de Groninger markt en delen de laatste appel. De kille ochtend toont de eerste silhouetten van de bergen aan de horizon. De lucht is droog.

maandag 8 juni 2015

'Ik wist niet dat vrouwen dat ook konden'

Twee logjes met hetzelfde thema. Da's eigenlijk niet mijn ding. Maar vooruit, het is voor de goede zaak. En het was ook niet erg aardig om Frank en Jelle met een omweg als vrouwonvriendelijk neer te zetten. Zij kunnen het per slot ook niet helpen dat ze wit zijn. En man.
Het lag meer aan de organisatie, bij wie het waarschijnlijk geen prioriteit had om wat meer kleur en vrouw in de kerk te vragen. Hoe het ook zij, gedurende 'De nacht van de geschiedenis' zat ik op het puntje van mijn stoel (en in de nok van de kerk). Waarvoor dank, Diskursi. Wilde alleen even kwijt dat vrouwen dat ook kunnen. Ook iets met rolmodel, weet je wel.

Even voor de duidelijkheid. Ik niet hoor. Met een jaartje geschiedenis studeren word ik niet opeens een begenadigd wetenschapper of spreker. "Gezegend is hij die god vreest.", was hetgeen ik zelf eens zei bij mijn primeur bij het spreken in een kerk. Doe dan maar een man, nietwaar? Maar rolmodel is misschien wel wat voor mij. Zo viel me vandaag de opmerking uit de titel ten deel. Ik verstond het eerst niet. Maar de jongeman stond stil dus deed ik de schuurmachine even uit. En zei hij het nog eens. Eigenlijk zou ik er een lijstje van moeten maken. Van de opmerkingen die ik krijg. Gelukkig vind niet iedereen 'dat ik eigenlijk een rokje aanmoet op de steiger. Het meest gehoord is nog altijd: "Goh, dat zie je niet vaak een vrouwelijke schilder/ timmerman/ loodgieter." En daar hebben ze vast gelijk in.


Hoewel mijn eveneens vrouwelijke collega me vrijdag in paniek opbelde. Ze had zojuist een waterleiding doorboord. Kan gebeuren. Gebeurde mij ook al eens (hoewel het mijn stagiair was. Maar ja, ik had gezegd waar het gat moest.). Het lek zat in een plafond. Diep. Dichtbij een meterkast. Best wel kut. Of kutten, zo je wilt. Goed, plan de campagne. Peptalk. Zo gaan die dingen. Bij vrouwen. Ik liet haar met goede moed achter en ging zelf terug naar naar mijn eigen klus. Slot plaatsen in een -voor een vrouw veel te zware- nieuwe deur. Ik sloot de dag om zes uur af met het overhandigen van de nieuwe sleutels. Waarop de klant in kwestie me blij zei: 'Ik ben altijd tevreden over het werk dat je aflevert'. Ook fijn om te weten.


Er blijft alleen wel een dingetje waar vrouwen schijnbaar minder goed in zijn: het op waarde schatten van hun werk, er (genoeg) geld voor vragen. Zo loop ik zelf al een paar weken achter in het uitschrijven van rekeningen. Best wel dom. Maar toen ik vanavond om acht uur net mijn pannetje met weeskindje had opgewarmd, ging de bel. Wie kon dat zijn? Sinds ik in een buitenwijk woon, komen er nog zelden mensen zomaar aanwaaien. Het was een man. Hij kwam me geld brengen en me bedanken voor mijn hulp bij het herstellen van zijn hek. Waar hij nog geen rekening voor had gekregen.

Da's toch fijn.
Dat een man dat kan.