zaterdag 30 mei 2015

De middeleeuwen. Want Ankersmit en Brandt Corstius

Frank Ankersmit haalde beroemde werken van Jan Romein aan. Met mooie bruggetjes naar hedendaags populisme en Dijsselbloem, betoogde hij dat de gangbare indeling in tijdvakken onjuist was. Hij zette uiteen waarom de democratie zoals wij die nu kennen tijdelijk is. De rol van de volksvertegenwoordiging zou vergelijkbaar zijn met een advocaat die tijdens een rechtszaak zich tevens de rol van rechter aanmeet. Hij voorzag een terugkeer naar de middeleeuwen.

De spreker na hem, Mattias Gijsbertsen vertelde over koningin Wilhelmina. Zij zag in de tweede wereldoorlog haar kans schoon om zonder bemoeienis van een Tweede Kamer haar eigen beslissingen te nemen. Ook in de regering de Geer had ze weinig vertrouwen. En dat was zacht uitgedrukt, zo zei de Groninger politicus bij wie het portret van de vorstin aan de muur op zijn werkkamer hing.

Met een rode helm onder mijn arm overdacht ik de woorden van Ankersmit en Gijsbertsen. Docent en student. Emeritus hoogleraar en wethouder van Groen-Links. Bijna dertig meter onder mij zag ik het podium waar Ankersmit met zijn heen weer zwaaiende vinger had gesproken. Ik keek door het gat in de hemel van de A-kerk, dat de kleinzoon van de koster, Harry de Munck, voor deze gelegenheid -'De nacht van de geschiedenis'- even had geopend. Mijn helm viel niet naar beneden.

De Munck vertelde met zijn volle stem hoe hij als klein jochie in deze kerk had leren lopen en fietsen. Over zijn vriendjes met wie hij in deze gewelven met duiveneieren gooide. Hoe vier gloeiende potkachels met cokes de kerk met twaalfhonderd gelovigen moesten droog stoken. Over vleermuizen, koninklijk bezoek en de te Aduard gebakken kloostermoppen waar het zout tot op heden uitsloeg. Engelse piloten en Duitse soldaten waren er in deze kerk geweest. In de Franse tijd hadden katholieke paarden er op protestantse graven gescheten. En voor de reformatie (de donkere middeleeuwen hadden we volgens Ankersmit toen al eeuwen achter ons gelaten) had men de heilige maagd Maria door de open hemel laten neerdalen in de kerk. De Munck had meer verhalen dan de tijd ons toeliet. 'We moeten weer naar beneden' zei hij, 'anders krijg ik ruzie met Brandt Corstius'. Vervolgens sloot hij de hemel.

Jelle Brandt Corstius, die als publiekstrekker op het entreebewijs prijkte, nam na de pauze plaats achter het katheder. Hij sprak over het onbestaande land Gaugazie, over als bevrijders geëerde SS-ers in Letland en propagandabedrijven vol studenten die zich als Russisch bouwvakker of andere willekeurig alter ego op social media begaven. Als opstapje naar de nieuwe tv-serie over Oost-Europa vertelde hij over de 'bedachte' onafhankelijkheidsdag van Kazachstan en over Loekasjenko, die opeens de noodzaak zag om de eigen, Wit-Russische taal op scholen te onderwijzen. Het zouden reacties zijn op Ruslands bemoeienis in Oekraïne. En hoewel Jelle als Ruslandkenner voor een bredere, minder vooringenomen berichtgeving over Rusland pleitte, droeg zijn duiding van het nieuws daar niet echt aan bij.

In de Russische geschiedschrijving hebben de goelags nu nog slechts een marginale rol. 'Goelagje spelen' schijnt er dan weer wel te kunnen. In Moskou kun je voor de ontspanning, of zo je wilt, het 'entertainment', naar een dergelijke club gaan. Bij binnenkomst blaffen honden je toe en wordt je gefouilleerd. Eenmaal binnen wordt je vergast op ratten onder een glazen vloer en om middernacht zijn er twee heuse 'nep-executies'. Alsof wij het weekend inluiden door te gaan swingen in club 'Bergen-Belsen'.

Stefan van der Poel sprak als laatste. Alvorens aan zijn van citaten wemelende lezing over de Joodse gemeenschap in Groningen te beginnen, merkte hij op dat men 'hier kennelijk niet van Joden houdt'. Hij doelde op het weglopend publiek.

Het kon niet.
Die opmerking.
Eigenlijk kon het niet.

Misschien mag wat ik nadien dacht ook niet schrijven.
Maar Ankersmit had gelijk.
We keren terug naar de middeleeuwen.
De tekenen zijn tastbaar.

Acht sprekers waren er tijdens deze nacht van de geschiedenis.
Allemaal hadden ze interessante invalshoeken. Ze hielden mooie betogen. Ik hing aan hun lippen.
Maar ze waren allemaal blank.
En ze waren allen man.
Alle acht.  

(over framing, beeldvorming en identiteit gesproken)

Men houdt hier kennelijk niet van vrouwen.


























Zowel een hoogleraar geschiedenis als een Groningse wethouder maken deel uit van mijn klantenkring. Als timmervrouw. Maar ik vrees daarmee geen geschiedenis te schrijven.

zaterdag 23 mei 2015

Natuurrampen bouwen in Groningen


"Natuurramp!" Dat riep hij. Net nadat ik vanaf de brug een foto van het werk maakte waar hij, maar op dat moment meer zijn collega, mee bezig was.

Ik stond op de noodbrug boven hen. Zij bouwden aan de echte. Eén van de nieuwe bruggen over de oostelijke ringweg. Gelijkvloerse kruisingen met stoplichten verdwijnen en ook fietsers krijgen meer luxe richting stad. Daar is tegenwoordig geld voor. Had meen ik iets te maken met een trein naar het westen die er niet kwam. Als troost mocht het geld worden geïnvesteerd in andere infrastructuur. Je hoeft ook niet altijd westwaarts. Doorstroming naar en rond de stad is ook best belangrijk.

Eerst verstond ik hem niet. Of, wat waarschijnlijker is, omdat me dat vaker gebeurt, ik was niet bedacht op zulke joligheid. Hij riep het nu harder: "Je maakt een foto van een natuurramp!" Toen viel het kwartje. Hij doelde op zijn collega. Grapje. Ha ha.

Ben ik er niet vatbaar voor? te serieus? of ben ik, als elitair anti-autoritair opgevoed wicht uit het westen van het land toch te veel de fatsoensrakker waar een Amsterdammer me eens voor uitmaakte?


De nieuwe bruggen hebben geen middenpoot meer. De halve ovalen die vier rijstroken overspannen zijn vast beter bestand tegen aardbevingen dan het prestigieuze Forum. Dat daarom deels weer moet worden afgebroken. Zo las ik gister. Arme bouwers. Ze hadden net de bekisting van het beton van de eerste verdieping verwijderd.

De brug van steigerbuizen waar ik op sta, was in het Dagblad van het Noorden onlangs tot 'herriebrug' gedoopt. Best jammer dat er deze week geen drieduizend wandelvierdagers overheen mochten stampen. Inmiddels zijn er rubbermatten op gelegd, vastgesjord met spanbanden.


"Het wordt mooi hoor!" schreeuwde ik terug naar meneer Natuurramp en zijn collega's en fietste gauw weer weg. Gister schalde Ede Staal (sommigen menen dat dit nummer van Jacques Brel is) door hun radio. En maakte ik opnieuw foto's. Stiekem. Snel. Straks maken ze weer grapjes. Weet ik weer niet wat ik moet zeggen. Gelukkig hangen er webcams. Zo kan ik de vorderingen thuis volgen.



Maar op zaterdag 13 juni, op de dag van de bouw, kunnen we weer met eigen ogen genieten wat er zoal gemaakt wordt. Vorig jaar stelde mijn toen nog tienjarige ingewikkelde vragen aan de bouwers, staand op de restanten van de oude Noordzeebrug. Als we er nu overheen rijden, weet hij welke krachten de pijlers er onder aankunnen.

Dit jaar is de Sontbrug open voor publiek, die achter Ikea wordt gebouwd. En in Middelstum kun je kijken hoe de kerk wordt beschermd tegen toekomstige natuurrampen. Die in Groningen weinig met natuur te maken hebben.
Ha ha. Grapje.

Mocht u niks met Groningen hebben, de Noord-Zuidlijn, die zich beperkt tot (verzakkingen in) de hoofdstad, is op de dag van de bouw ook weer open voor publiek.

zaterdag 9 mei 2015

De penis van google

Natuurlijk weet ik dat het inchecken, boarden, scannen van mijn Oysterkaart en pinnen van Chinese souvenirs in Oxfordstreet allemaal kostbare informatie oplevert. Waar ik ben, mijn koopgedrag en, aan de hand daarvan waarschijnlijk ook mijn hormooncyclus, is overal in digitopolis bekend. Nergens hangen zoveel camera’s als in de hoofdstad van Groot-Brittannië en mijn smartphone wordt ongevraagd geüpdate. Het is een gegeven waar ik me als gebruiker bij neerleg.

Toch was ik verbaasd om vanmorgen in mijn mailbox de melding te vinden dat ‘het verhaal van Lehti Paul’ klaar was en kon worden bekeken. En dat betrof niet het logje van gister. Het idee dat ik zelf tenminste nog de hand heb in hetgeen ik produceer; een gesprek, een tekening of een verhaal, is kennelijk een illusie.

Toegegeven, het was wat ouderwets om gisteren een serie foto's per mail naar mijn tweede account te sturen, te downloaden en op het blog zetten. Dat kon vast stukken efficiënter. Maar het is mij een raadsel waarom google hier vervolgens een eigen verhaal van maakt met achtergrond, indeling en zelfs de locatie er voor het gemak aan toevoegt? Die ik zelf geen enkele keer noemde, zelfs niet in de titel van de mails! Ook een header van de 'Tower bridge by night' ontbreekt niet. Het leek google vast attent om deze foto, die ik niet zelf maakte, er bij te doen. Zonder mijn toestemming iets in elkaar fietsen van mijn eigen foto’s en dan een uitnodiging sturen om het te lezen. Amazing.

Tot nog toe hield ik me verre van facebook, maar googleplus heeft me rechts ingehaald. Dat heb je soms zo in Engeland. Het zijn gek genoeg vooral foto’s die het logje gister niet haalden. Google moet kennelijk nog wat 'finetunen' in het doorgronden van mijn grillige smaak.

Maar er is hoop. Cameron mag dan geen kaas hebben gegeten van de digitale wereld en haar (on) mogelijkheden. Binnenkort wordt het bij Android mogelijk om bij elke app aan te geven of je toegang geeft tot de rest van de info op je telefoon. Iets wat nu, met het aanvaarden van de algemene voorwaarden, nog automatisch gaat.

Ach, het is allemaal zo logisch. In ruil voor gratis gebruik van allerlei speeltjes om eindeloos mee op het scherm te vingeren, zetten wij de deuren naar onze denkwijze, dagboeken en privé foto's wijd open. Voor niets gaat de zon op.

Maar er is meer. Ik ging zojuist langs bij een klant voor een nieuwe klus (ik kan de onwetende lezer hier nog van alles wijsmaken, Google weet inmiddels al lang of ik gister ook stoute speeltjes bestelde). En daar stond, pal voor de deur, een wel erg grote, ingepakte fallus.

Handig hoor. Binnenkort wordt ik, mijn bus, gereedschap en de nieuwe schutting die ik maandag ga plaatsen, allemaal online gezet. Hoef ik straks alleen nog maar naar streetview te verwijzen voor een portfolio van mijn werk.




Dear Cameron, it was a tiring but wonderful campaign