zaterdag 23 februari 2013

Jozef Krekel van de yoghurt

Ooit maakte hij reclame voor yoghurt. Nu daagt Jozef Krekel de Italiaanse media en maffia uit, de gevestigde orde, politici. Eind jaren tachtig staarde hij seconden lang zwijgend in de camera, recht in het gezicht van de kijker. 'Hypnotiserende publiciteit' heette dat geloof ik. Misschien verkocht hij toen al zijn ziel aan de duivel. Maar nu schijnt de Italiaanse televisie niets meer van hem te moeten hebben. Of zou hij dat spelen? Hij ìs per slot een komediant. En stemmen trekken in Italië, dat kun je het beste doen door vooral heel erg tégen te zijn. Die vlieger gaat ook op in Nederland, getuige Fortuyn met z'n 'Puinhopen van paars', de SP met de tomaat en de Partij van de Vrijheid.

Ontevreden mensen willen horen dat ze met recht ontevreden zijn. En dat iemand anders daar schuld aan heeft. Dat is precies wat Jozef Krekel doet, beter bekend als Beppe Grillo, de komiek met de prachtige grijze lokken. Beppe komt van Giuseppe, Jozef. Veel Italiaanse mannen boven de vijftig heten zo. En Grillo is dus gewoon krekel.

Bij gebrek aan een zeepkist op tv, trekt Grillo door Italië. Met een soort boodschap als 'Spread the word'. Bij Nieuwsuur vertoont men beelden van auto's met megafoons: "Vanavond zes uur Grillo in Piazza". Een mooie knipoog naar de voorbije jaren zestig vol voorspoed. Eén van de toehoorders op het plein in Campobasso, in Italië's minst bekende regio Molise, zegt: 'òf Grillo wint deze verkiezingen, òf er komt een burgeroorlog'. Beppe zelf maakte vanaf het podium een obsceen gebaar naar de Italiaanse pers, die volgens hem alleen opnames zou vertonen van het lege plein na afloop. Om zo de zwevende kiezer te ontmoedigen. Of zoiets. Nieuwsuur mocht Grillo, in tegenstelling tot de Italiaanse pers, wel even interviewen. De intonatie van de yoghurtkrekel verraadt zijn herkomst: Genua.

Na zes jaar in dat prachtige, idiote land te hebben vertoefd, keerde ik in 1993 terug naar Nederland. Degene door wie, of voor wie ik in Italië verzeild raakte en dankzij wie ik, ere wie ere toekomt, de taal perfect leerde spreken, deed, in de tijd dat ik hem nog sprak, eens een mooie uitspraak over die Italiaanse crisis. "Wat nou crisis, Italianen moeten alleen wennen aan het idee dat ze geen dertig paar schoenen maar slechts één paar per jaar kunnen kopen." Ook mannen met losse handjes zeggen wel eens iets zinnigs. 

Crisis is ook in Nederland het toverwoord. Van huishoudbeurs ('niks is meer gratis') tot hypotheken ('zeventigduizend huishoudens met betalingsachterstand'), bij elk item wordt iets over de malaise gemeld. Slechts zelden rept men over afnemende milieuvervuiling, autobezit, meer tijd om zorgtaken te vervullen of andere positieve neveneffecten van de groei die even afvlakt. Klagen over hoe erg het is levert niet alleen stemmen op. Het fungeert ook als kijkcijfercanon.

Over die hypotheken mijmerde ik nog even verder. Waren die zeventigduizend per jaar? totaal? Het leek me zo veel. Toen het zoveelste reclameblok voor het aanschaffen van geluk/ liefde/ seks in de vorm van een mobiel/ auto/ drankje de huiskamer in knalde, sloeg ik aan het rekenen. (Als hier iemand meeleest die cijfermatig of op economisch vlak beter is onderlegd dan ik, laat hij of zij niet schromen mij terecht te wijzen, mij op een denk- of rekenfout te attenderen)

Zestien miljoen Nederlanders. Ooit woonden daar zeventig procent van in een huurhuis. Althans -daar heb je 'm weer- daar pochte ik in mijn Italiaanse tijd mee. Enige vorm van chauvinisme was me niet vreemd ("In Nederland rijden alle treinen op tijd en worden films nóóit onderbroken voor reclame). Ok, zestien miljoen. Stel dat de verhouding koop/ huur in twintig jaar is omgedraaid, dan woont er nu zeventig procent in een eigen huis van de bank. Maakt elf komma twee miljoen. Er wonen vast niet alleen singles in die betonnen paleizen. Laat ik een conservatieve schatting maken. Gemiddeld twee mensen per huis. De helft van elf punt twee maakt vijf punt zes miljoen. Als ik dat deel door waar het mee begon, zeventigduizend, maakt dat één op de tachtig huishoudens problemen heeft bij het betalen van hun hypotheek. En, zo meende ik op te vangen, dat is alleen wat zichtbaar is. Hoeveel mensen er met behulp van eventueel spaargeld en/of vermogende ouders het hoofd nog net boven water houden, is onbekend.

Zou er een politicus zijn die deze som iets degelijker kan narekenen? Die dan misschien concludeert dat het bevorderen van huizenbezit tegen de geldende marktprijs een farce is. Dat het misschien zinvoller is -ik noem maar een zijspoor- om niet (alleen) omvallende banken met miljarden te nationaliseren, maar het ooit zo jubelend verkochte sociale woningbezit in handen van de overheid te krijgen? Zodat mensen hun geld niet èn aan -omvallende- banken èn de fiscus kwijt zijn. Maar alléén aan de overheid. Lekker transparant. Kan een degelijke, integere politicus daar niet eens iets zinnigs over zeggen?

Ach, ik brul maar wat. Ben geen politica. Net zo min als Beppe Grillo. Die verschuilt zich, zo beweren de media in Italië, achter zijn blog. So do I.

Het ligt voor de hand om nu een linkje te plaatsen naar 'Il grillo parlante', 'de pratende krekel'. Bennato maakte dit album zo'n veertig jaar geleden. Over Pinocchio. Over hoe Italië functioneert en het kapitalisme in het algemeen. Maar al surfend stuit ik op een gemeenschappelijk bluesoptreden van Bennato (uit het Zuiden, 'terrone', boer) en Grillo (uit het Noorden, 'polentone', maispapvreter) ten behoeve van de vuilnisdag in 2008 te Napoli: Nun se salv nisciuno!!!! (Niemand redt zich/is veilig). (zeer slechte opname en in onverstaanbaar Napolitaans)

Maar wat nu? Er is deze week in een oorlog tussen pro-Grillo en Bennato-fans uitgebroken. Er wordt met modder en stront gesmeten. Oorzaak: Bennato plaatste op you-tube 'Al diavolo il grillo parlante' (naar de duivel met de pratende krekel). Heetgebakerde reacties over en weer ('Ik ben fan-af, smijt nu al je lp's in de kliko!"). Het is hi-la-risch. Of diep triest natuurlijk. Net wat je wilt.

Italianen geloven in God. In sprookjes.
De één koopt jonge meisjes en strooit met geld in ruil voor je stem.
Een pratende krekel noemt zijn partij 'Vijf sterren'.
En dan is er nog een communist
en...
ach laat maar.

Wordt het niet tijd voor een Prima Donna in Italië?
En dan liever niet pornoster/parlementslid Cicciolina (tevens ex van Jef Koons) of de kleindochter van Mussolini (tevens nichtje van Sophia Loren)

Ik bler intussen nog even mee met Bennato over Pinocchio:   

E stata tua la colpa (het was je eigen schuld)
alora adesso che vuoi (dus wat wil je nu?)
volevi diventare come una di noi (je wilde als één van ons worden)
En stata tua la scelta (het was jouw keus)
alora adesso che vuoi
sei diventato proprio come una di noi (je bent als één van ons geworden)

Maar eigenlijk is deze nu meer van toepassing:
'Lui è il gatto ed io la Volpe, di noi ti puoi fidar'
(hij is de kat, ik de Vos, je kunt ons vertrouwen)

Cari Italiani, heel veel succes met kiezen uit al die (tweehonderd!) sprookjes dit weekend!

maandag 18 februari 2013

Over de bevalling van vogels

In verband met mijn werk kom ik veel in studentenhuizen. Niet als meteropnemer of deurwaarder, maar als klusser. Best grappig af en toe. Want een beetje klusjesman maakt natuurlijk graag een babbel. Babbels die over het algemeen heel anders lopen dan de panden waar
gezinnen (Hoe hou ik die beitels buiten bereik van die peuter?),
bejaarden ("Nee, dank u mevrouw, ik heb ècht genoeg koffie gehad)
of boekhouders (Rara, hoeveel strekkende meters dossierplank kan je in één kamer kwijt) wonen.

Bij de pas verhuisde studenten helpt er soms een vriend of vriendin mee met sjouwen en schilderen. Meestal is het de moeder die zich maar al te graag bemoeit met het inrichten van de eerste echte kamer van haar zoon of dochter (Ikea doet gouden zaken). Trots en vreugde over dat mooie, geslaagde kind dat aan zijn of haar eigen leven begint, wedijveren met de angst wat haar (inmiddels achttienjarige) baby wel niet allemaal kan overkomen. Anders dan bij de kleurkeuze voor het behang in de babykamer achttien jaar eerder, voegt moeder zich nu schoorvoetend naar wat het kind zelf wil. Soms fungeer ik als een soort praatpaal bij deze weeën die haar een leeg nest opleveren. "Ik heb haar wel gezegd dat alles daardoor erg donker lijkt, maar ze wil persé zwárte gordijnen."

Leuk is ook te horen hoe de uitvliegende vogel zijn of haar nieuwe vrijheid zèlf ervaart: "Als ik zin heb pas om half negen te gaan eten... dan dóe ik dat!" (gehuld in badjas op klaarlichte dag). Minder blij word ik van de uitwerking van die vrijheid op mijn werk: zelden zag ik een gloednieuwe gootsteen zo rap onder de bamiresten verdwijnen.

Wat ook opvalt is de onwetendheid omtrent technische zaken. Ik begrijp best dat je als nieuwe bewoner niet gelijk weet waar de water- of gasmeter zit. Maar het hele besef dat hetgeen uit kraan of stopcontact komt, ook ergens de woning bínnen moet komen, ontbreekt vaak. Bij het woord 'meterkast' word ik niet zelden schaapachtig aangestaard (Zou ze misschien de naam van een nieuw appje bedoelen?). Soms ervaren de bewoners van de benedenhuizen met lekkende plafonds, de komst van mijn klusbus, als een openbaring van de Messias herself. Terwijl de student die boven woont en het euvel veroorzaakt, mij dan doodleuk vraagt, vlak nadat ik uit voorzorg de hoofdkraan dichtdraai, of er nu dan weer naar hartelust kan worden gedoucht.

Studenten wonen veelal in het centrum. Alwaar parkeerplek schaars is. Vorige week wijdde ik me weer eens aan zo'n huis en dumpte mijn auto eerst een tijdje op de stoep. Dikke, dure auto's die uit onzichtbare inpandige garages op straat leken te worden gespuugd, passeerden stapvoets, met norse blik en ingeklapte spiegels mijn vehikel. Maar de gemeentereiniging toeterde mij weg bij mijn werk, ze pasten er niet langs. Toen ik al draaiend en stekend achter het stuur zat, zag ik twee oranje fietstassen in mijn achteruitkijkspiegel. Er stond een bekend gezicht naast: Het was de postbode, tevens de moeder van een klasgenootje van zoon Kees (8). Twee dames in uniform. Altijd leuk.


"Hé, jij ook hier aan het werk? Weet jij waar ik mijn auto kwijt kan?"
"Vaak zetten ze 'm daar neer, maar dan kan ik er met mijn tassen met post niet meer langs."
"Ok, dan laat ik 'm hier wel staan. Heb trouwens net een brievenbus voor je hersteld!"
"O leuk, welk nummer?"

We zetten het gesprek voort voor de deur van het studentenhuis. Waar de snailmail van de vier nieuwe bewoners weer prachtig door de deur kan glijden. Maar mevrouw de postbode en ik ontmoeten elkaar niet alleen op straat en op het schoolplein, we delen ook de vreugde een kind te hebben gebaard toen we zelf nog een beetje kind waren. Wat vandaag de dag heeft geresulteerd in een half-volwassen fladderend kind dat af en aan, uit- en dan weer thuiswoont. Een lange bevalling.

Het hare is net weer weg, ze vertrok naar het buitenland. Het mijne vond onlangs nieuw werk en een nieuwe liefde en is tijdelijk teruggekeerd in moeders nest. Voor opgelucht ademhalen is het nog te vroeg, maar we overtuigen elkaar lachend dat het goedkomt.
Dan gaan we vrolijk verder met ons werk.

dinsdag 12 februari 2013

Trakteren met saté

Over 'Zondagsgeld', 'Hasse Simonsdochter' of 'De gebroeders Leeuwenhart'.
Over wandelende kerken, een kat in een winkelwagen, of een mooi kookboek voor de deur.
Over een doucheafvoer in de muur, ingefreesde loodslabben en schurende spanjoletten.
Over een minstreel, Vondel, Kalamata........
Er is zo veel waar ik over zou willen schrijven.
Altijd en overal.

Maar ik moet slingers ophangen.

Nou vooruit dan, een rekensommetje kan nog net. Al was het alleen maar om mijn hersens te trainen. Of om op te scheppen. Want waar kan men beter pochen dan op internet.

Maar meer dan hardop denken is het niet. Denken over dat ophangen van die slingers.
Dat ik nu dus, huh?,
Nee, dat klopt vast niet,...
Dat ik nu dus, eh,
Ja, toch wel. Ik geloof dat ik zo'n beetje even vaak met die eeuwige klotetouwtjes heb zitten hannesen (nee, ons ben zunig, die dingen gaan hier dus járen mee) als de jaren dat ik op deze wereld rondloop. Poe hé, als dát geen opscheppen is.

De regels aangaande schooltraktaties lapte ik vandaag aan mijn laars. Of eigenlijk aan de laars van Leo. Die op het schoolplein geld van me kreeg. En terwijl ik Keesje in de klusbus laadde en slapend naar huis reed, ging Leo zelf zijn traktatie kopen. Alleen. Op de fiets.

Ondanks het gegeven dat ik meer dan veertig keer slingers ophing, 
het bakken van tig appeltaarten (nu kocht ik die op de valreep voor vijf euro bij de Hema),
en het uitzetten van vele speurtochten,
twijfelde ik op het schoolplein toch even of zulks wel kòn.
Je kind in zijn eentje er op uitsturen om zijn eigen traktatie te kopen.
Of mij dat geen ontaarde moeder maakt of zo.

Argumenten zat, hoor. Om zo te handelen. Moeders moest werken, zat daarom met een auto in haar maag, kon moeilijk parkeren en ik vertoon me ook liever niet met knielappen en werkschoenen met stalen neuzen in een winkel en last but not least, kleine Kees, die aan slaperitis lijdt, had geen puf meer om door de stad te zwerven.

Maar moeders vragen ook zo graag bevestiging. Hoorde ik als liefhebbende moeder niet samen met zoonlief de stad in te gaan? Ik meende toch wat opgetrokken wenkbrauwen te zien. Dat zéi de moeder aan wie ik bevestiging vroeg weliswaar niet, maar ze waarschuwde er wel voor dat Leo wel eens met 'iets héél ongezonds' thuis zou kunnen komen.

Met engelengeduld reeg en knoopte en prikte Leo zijn traktatie voor morgen in elkaar.
'Maar mama, ik heb niks voor de juffen!'
'Dat vinden ze vast niet erg, die worden toch te dik'

Dag elfjarige zoon,
welterusten schatje patatje
Morgen ben je twaalf.
(en is de klas misselijk)



 











Als iemand me kan vertellen waar ik in vredesnaam die slingers heb gelaten, hou ik me aanbevolen.

woensdag 6 februari 2013

Zuigende pindakaas

De lange ladders, drilboren en kitpistolen liet Lehti vanmorgen links liggen. Ze vond het een uitgelezen dag om zich weer eens van haar vrouwelijke kant te laten zien. Zij douchte lang, maakte zich minimaal op en deed frisse kleertjes aan. Maar toen?
Hoe kom je, als rechtgeaarde dame, het beste tot je recht op zo'n doordeweekse ochtend? Door chocola te gaan schranzen? koffieleuten? ongebreideld te roddelen? Een combinatie zou ook kunnen. Want multitasken is naar het schijnt bijzonder vrouwelijk. 

Kleding shoppen viel af. Dat deed ik al -vijf maanden geleden- en was geen onverdeeld succes. Hoewel ik het gehannes in zo'n zweterig peeskamertje met te weinig en veel te hippe (dus onhandige) haken wel heb overleefd. Ik kocht op de valreep zelfs een jas! Toegegeven, hij ìs te groot en toen ik die laatst dichtdeed riep iemand: "Lehti, je knoopt 'm schééf, zo kom je natuurlijk nóóit aan een vent." Maargoed, vanmorgen ging ik, in gezelschap van die gevatte dame, èn van de voormalige winkeljuffrouw,  èn van de vrouw die een heerlijke vruchtencake meenam waar je niet dik van wordt.
Koffie drinken.

En het was nog echte koffie ook. Geen hete kom vol chocomel met een grote, geile, langzaam over de rand lopende dot slagroom er op (waarbij sommige vrouwen dan menen dat ik de enige ben die  schaamteloos zo'n caloriebom naar binnen kan werken). Ook niet zo'n aangelengde plas 'Latte'. (Op alles wat Italiaans klinkt zit standaard twintig procent aantrekkelijkheids-tax). Nee, mijn inktzwarte koffie zat in zo'n pietepeuterig ieniemieniekopje. Ik goot er vervolgens zoveel suiker in dat de inhoud verdubbelde, en slurpte toen aandachtig het vloeibare zoete vocht naar binnen.

Wat zeg je? Zo'n kopje natgeroerde suiker is mannenleut? Ook best. De macho in mij moet ook gevoed, niet waar. Ter compensatie was het geklets dan wel weer übervrouwelijk. Niet te direct en zo. Je weet wel. En ik betaalde, bij hoge uitzondering, de eerste koffieronde. Wat een gentlewoman.

Waar het over ging? Nou, wij spraken braaf over Cito-toets en schoolkeuze. Het ging over de schoonmaak (-man, -middel, -sters) en over ons werk. Maar vooral óók over wat er tijdens dat werk besproken werd. Dat gaat dan dus niet over wie er die nacht, waar, hoe en door wie werd genomen, maar wèl over welke BN-er er in sommige stoute dromen voorbijkwam. Níet over wilde fantasieën om met pruimenjam dan wel onder de slagroom te worden afgelikt. Maar wèl over het andere geslacht.
Neem dat geslacht gerust letterlijk.
Dus in welk soort etenswaar steken geile mannen graag hun jongeheer. Liever in een warme appeltaart of in een smeuïge pot pindakaas? En of het voor de -aan- zuigende werking dan uitmaakt of daar hele stukjes noot in zitten. Het antwoord op deze vraag bleven we aan elkaar schuldig.

Maar vrouwen denken of praten natuurlijk niet over s.eks alléén -wie wil er nu wedijveren met het sterke geslacht?!- Nee, zij wisselen vooral hoogdravende informatie aan elkaar uit over kunst met een grote K. Over films als Call girl of The patience stone bijvoorbeeld. Met hoeren en mannen met macht in de hoofdrol. En we spraken over boeken. Van Esther Jacobs bijvoorbeeld: Heb jij al een foute man? Dat onder meer theoretische uitleg geeft bij het feit dat vrouwen gedurende hun cyclus op een ander soort man kunnen vallen. Ik hield ook nog een betoog waarin ik mannen vergeleek met bloemkolen. Maar dat kon ik zelf niet helemaal volgen.

De vrouwenochtend is voorbij. Ik mag me weer fijn in mijn stinkende overall hijsen, mijn haren tot sisaltouw reduceren en kloofjes kweken in mijn nu nog zachte vingers. Waarmee ik als lunch acht boterhammen met pindakaas naar binnenprop.

Voetballen is per slot ook niet aan elke man besteed.

vrijdag 1 februari 2013

Achterlijke Afghanen

Deze stoere, sexy, slimme en slanke dame, die wars is van enige vorm van arrogantie, zag er toch maar van af om een liefdesbrief in het Hindi aan de zoon van Maaike Helder en Piet Grijs te sturen. Dus rest haar niets anders dan in haar eentje op onderzoek gaan naar -zoals Jelle Brandt Corstius dit zelf noemt- 'Moeilijke landen'.

Te meer omdat zijn 'van Bihar tot Bangalore' niet meer op de buis is. Niet getreurd, het Internationaal Filmfestival Rotterdam (IFFR) gaat van start!  Er valt uit vijftig films te kiezen. Ook in Groningen. Ook over, en uit 'moeilijke landen'. 

De openingsfilm, 'Die Welt', verhaalt over Tunesië. En Nederland. En de vraag of je je geluk moet beproeven in Europa. Maar Tunesië is vast niet 'moeilijk' genoeg. Hoewel de Arabische lente er begon, met een universitair geschoolde fruitverkoper die zichzelf in brand stak. Als protest tegen corruptie. Wie nu 'Tunesië' googled, wordt aangevuld met 'weer' 'klimaat' en 'vakantie'. Met een gerust hart kunnen we dus weer onze 'all-inclusives' boeken. Zodat de mensen daar weer werk hebben. En wegtrekken uit de dorpen. Zoals ook in Alone gebeurt. Een film over 'hemelschreiende armoede'. Doet het altijd goed, 'armoede'. Over drie meisjes die alleen opgroeien in een afgelegen bergstreek in China, Yunnan.


Qua 'moeilijkheid' scoort het Midden-Oosten natuurlijk het hoogst. Bij de Arabieren. Of in Afghanistan. Of Iran. Of Koerdistan. O, pardon dat is geen land. Desalniettemin nam Bahman Ghobadi er toch zijn Turtles can fly op. Die ik nog niet heb durven zien. Schijnt nogal heftig te zijn. Ghobadi's nieuwe film wordt op het IFFR vertoond. Misschien moest ik daar maar heen, samen met een Koerdische vrouw. Of toch naar 'The patient stone' van Atiq Rahimi, met mijn Iraanse vriendin? Of kijk, hoe exclusief; De eerste speelfilm ooit gemaakt in Saoedi-Arabië werd geregisseerd door de eerste vrouwelijke filmmaker van het land' (zou dat echt zo zijn, al die rijke sjeiks kijken toch niet alleen naar Holly- en Bollywood films?): Wadjda'. Over een meisje dat een groene fiets wil.

' Bidden', 'conservatief', 'oorlog', 'plichtsgetrouw' zijn termen die bij de samenvattingen van de films vallen. En zo hoort het ook, bij moeilijke landen. Want dat kennen wij hier niet meer. Toch?

Ik bel haar op. 
En vraag haar mee.
Maar ze komt niet.

Wel vertelt ze me hoe de film zal aflopen: "Dat meisje krijgt haar fiets. En dan dankt ze daar Allah voor, of Mohamed. Stomme Arabische mannen. Ik heb een hekel aan de Islam. Aan die achterlijke Afghaanse mannen. Die niet weten wat vrijheid is, die nooit een zuchtje lucht van die vrijheid hebben ingeademd. Jullie zijn hier zo tolerant maar....

Na haar tirade over haar landgenoten, hier en daar, stel ik voor om haar een volgende keer uit te nodigen voor een vrolijke film uit de VS. Daar is ze wel voor te porren. Evenals voor mijn idee dat ze maar lezingen moet gaan geven. "Ja ja, dat wil ik wel, maar waar, Lehti. Wáár dan?"


Mijn andere vriendin belt mij op vanuit de bus. Ze is dolenthousiast. Want ze heeft éindelijk, éindelijk werk! Zielsblij is ze. Maar ze heeft toch nog een probleempje. Want, in tegenstelling tot wat ze in haar sollicitatie zei, heeft ze al wèl rijlessen gevolgd, maar ze heeft nog geen rijbewijs. Ai.

Misschien moesten déze dames maar eens met Jelle op reis. Om in 'moeilijk' India binnen een kwartier hun rijbewijs te halen. Of, nog beter, en public eens te vertellen hoe moeilijk Nederland is. Waar geen werk is.
Ook niet als afgestudeerd psychologe in de schoonmaak.
Of als politicologe in de kinderopvang.

En zelfs niet als fruitverkoper. 


Over 'moeilijke landen' kun je prachtige films maken.