maandag 23 december 2013

Lessen in (Amsterdamse) fonetiek

Als mijn vader boodschappen doet, maakt hij soms kennis met bijzondere groenten. Die zijn soms zo exotisch dat je er zonder de plaatselijke Turkse supermarkt nog nooit van zou hebben gehoord. Hieronder een verzameling van de afgelopen tien jaar. Misschien een handig lijstje als u van plan was om zogenaamde 'vergeten groenten' op het Kerstmenu te zetten.

  • andayvi
  • borekool
  • persinnasappels
  • snijbohnen
  • seldorie
  • spuruitjes
  • sneijbon
  • krulpiet
  • osterzvamen
  • kestanje
  • harikoferts
  • pamadori
  • shery tomaten
  • mairapen
  • cocosnout
  • sarlotten
  • aubirgiene
  • aupetjes
  • corcetten
  • kwekperen


Eet smakelijk!



dinsdag 17 december 2013

Met een blauw oog aan de bak als testharry

Betonmixer, kikernplaat, verzinkboor, afkortzaag...
Jazeker, af en toe wordt er hier ook nog gewerkt. Wat zeg ik, ik zet zelfs een tandje bij. En dat in de winter, het seizoen waarbij het meestal kwakkelen is. Als verklaring voor de jaarlijkse teruggang in opdrachten, zie ik een tijdelijke verschuiving in het uitgavenpatroon van mensen. Die willen dan geen nieuwe keuken meer, maar kalkoen en ze kopen liever legokastelen of parfum in plaats van een inloopdouche. En als het dan weer lente wordt, valt het mensen weer op dat de spoelknop al jaren stuk is of dat er schimmel tussen hun tegels groeit. Is er, nadat al die familie-vreterij voorbij is, zelfs geld voor. Een frisse lente, grote schoonmaak, flirten, flaneren, olla vogala hebban nestas.

Ho ho ho Lehti! Loop je nu niet wat al te hard van stapel? Geldt hier niet een prozaïscher verklaring voor dan de Sint-Kerstkudde-inkoop? De zon, korte dagen, dat soort gedoe? En zou je er zelf ook niet goed aan doen om je ledig te houden met het slijpen van beitels, met opschuren, invetten? Met zogenaamde winterklussen?

Wellicht. Maar de aard van dit beestje trekt zich weinig aan van de seizoenen. Ik ren gewoon vrolijk door. Van boekenkast in Leeuwarden, naar contactdoos in de stad, van CV in Hoogezand naar het boren van gaten in Beijumer klei. En tussendoor probeer ik me te kwijten van mijn moederschap: gooi ik tussen de Franse woordjes en farao Toetmozes in, hacheevlees in de pan. Neurie ik mee met de 'Twelve-bar blues' bij het ophangen van de was. Naar de tandarts voor controle, naar het ziekenhuis voor een kinderteen....

En toen, toen ging het mis.
Viel ik zomaar van mijn stoel!
"Het was een vet raar gezicht", zou Kees later zeggen. Hij zag me voorover vallen. Op mijn neus, waar daarna bloed uitliep, uit drie gaten. Toen ik weer bijkwam stond er een leger witjassen om me heen, kreeg ik een kraag, gaf over, werd weggereden, maakten ze een filmpje van mijn hart en een foto van mijn hoofd......

En Kees? Die las gewoon zijn Donald Duck uit. En daarna de sms'jes op mijn mobiel.

Men dacht eerst aan een hersenschudding, maar het was vast buikgriep. Want een dag erna was mijn vriend geveld en weer een dag later meldde Kees trots dat ie kokhalzend net op tijd de wc had bereikt. Diagnose achteraf. Het enige dat ik er aan overhield was een blauw oog.

En nu lijkt het wel weer lente. Want ik werkte de hele dag buiten en er is werk in overvloed.

Kijk maar. Dat roze wordt weer wit en daar waar die schuifdeur zit, maak ik weer een muur. Met een deur er in. De keuken, die verlaagd is, en de badkamer, die ook is uitgewoond, die worden voor mij gedaan. De kleur mag ik nog kiezen. Want weet je, dit plaatje is niet ergens bij een klant, maar wordt mijn eigen nieuwe zonnige woonst.

Tenminste, als de woningbouwvereniging en ik het eens kunnen worden over wie wat doet. En in ruil voor wat. Nieuw beleid heet dat. Of, zoals het dagblad van het Noorden laatst kopte: 'Lagere huur voor handige Harry'

Ik vroeg nog: "Hebben jullie dit vaker bij de hand gehad?"
Maar ik was de eerste.
Eens kijken wat ik waard ben als onderhandelaar.
Morgen.

Tips zijn welkom.

zondag 8 december 2013

Alles sal reg kom

Als kind las ik weinig en traag. Sommige boeken liepen dan ook nog slecht af, zoals Alan en Naomi, of er ging één van de goeien dood, als in 'Alleen op de wereld'. Dan vervloekte ik de schrijver die mij zo veel leed bezorgde. Voelde me net zo wanhopig als een kind dat geen surprise krijgt. Hoewel, misschien was ik daar op de lagere school niet eens rouwig om geweest. Ik had zo'n hekel aan die school. Meisjes deden handenarbeid, jongens niet. Vond de juf te druk. Gingen ze zich vervelen in de klas en spijkers rechtop zetten op de stoelen van de meisjes. Kon iedereen tot vijf uur nablijven.

Met vijf december sloofde ik me wel uit. Maakte eens een egel van papier-maché (je moet er maar opkomen). Maar die school was een hel. Nou ja, laat ik zeggen (mijn moeder leest hier ook), ik was blij er van af te zijn. Naar de grote school, naar de grote stad, Den Haag, vrijheid!

Eerst dacht ik dat het aan mij lag. Bleu meisje met lange vlechten uit een intellectueel gezin tussen de provincialen. Met nog een stomme naam ook. Veel later ontmoette ik in Friesland een man die op dezelfde school had gezeten. Hij was vrachtwagenchauffeur geworden. Hij zei: "Als je op die school niet voor jezelf leert opkomen, leer je het nooit." En dat voelde, twintig jaar na dato, toch wel goed.

Maar dat wilde ik niet schrijven. Want het kwam allemaal goed. Net als bij Remi. En net als hier. Hoewel de juf van Kees niet voor het gerecht kwam, Rianne. Leo en ik stelden wel voor om de hele klas volgend jaar een surprise met poep voor te schotelen. Konden ze allemaal eens voelen hoe dat was. Vergeten worden. De oorzaak is me ook nog niet duidelijk. Er was een meisje met twee surprises. Moet ik nu bij die ouders gaan informeren of zij weten wie hun dochter 'had'? En dan mijn onderzoek voortzetten? Nee, beter is het om, vooral deze week zeer toepasselijk, op de verzoenende toer gaan.

Grote zoon Frans schoof weer eens aan tafel. Ondanks mijn ultimatum. Leo schoof op zijn beurt aan bij zijn grote broer. Bij wiens restaurant hij graag eens in de keuken wilde kijken. Als maatschappelijke stage telde het niet mee, maar ook zonder goedkeuring van het stagebureau, straalde hij naast zijn broer (de pizzabakker die hier helaas niet herkenbaar in beeld wil). Courgettes grillen, tomaten snijden en eendjes van appel maken. Ik tipte de vader om met kleine Kees die avond daar uit eten te gaan. Vond ie een goed plan en aldus geschiedde. De drie gebroeders: 1 in de keuken, 1 in de bediening en 1 aan tafel. De dag erna was het aanzien van Frans omhoog geschoten. Triomfantelijk hoorde ik dat 'Het logisch was dat hij altijd zo lang in bed lag'. Tja.


Speciaal voor Selma: het Sint-debacle werd ook gecompenseerd. Beide ouders hadden zich flink uitgesloofd in het schrijven van gedichten en aanslepen van cadeaus. Dit keer was Leo weliswaar overstuur want 'Niemand had hem verteld dat we nu al Sinterklaas vierden!' (en in zijn klas doen ze het helemaal raar. Daar trekken ze, als enige klas van de school, helemaal geen lootjes). Waarop moeders uit haar slof schoot. Want hij had diezelfde middag uren uit het raam zitten staren, klagend dat iedereen tegenwoordig beeldscherm verslaafd was. Goed, hij kreeg dus een agenda. Dat spreekt. En ik een zoutvaatje van lego. Ook logisch. Met gedicht. Opdat ik voortaan wat liever ben.

Beste mevrouw Paul

Was jij misschien Stout
Dan krijg jij vast wat zout
Geen noten met Peper
dat je lief was, daarvan zijn we niet zeker
Nee, voor jou geen pepernoot
We moesten reizen door code ROOD
En Vechten door de Wind

groeten Piet en Sint

Er werd met horloges, Tomtoms, koptelefoons en andere Chinese handvaardigheid gestrooid. Kees was te koning te rijk met zijn muts, kluis en bling-bling spulletjes. En de chocola stroomde rijkelijk.

Als klap op de vuurpijl wandelde ik zondag met mijn lief.
Door het bos. En de blubber. Zonder zebrapaden.
En we praatten over petten, billen, koffie, rokjes, kerst, kanker, Ierland, peugeot 205, Berlijn en vooral waarover Lies het onlangs had: Over wat een lief op latere leeftijd zoal betekent. Als je vrijheid kent. Als je hebt geleerd om voor jezelf op te komen en je lief soms vreest voor een slechte afloop van het verhaal.
Maar we zijn er zelf bij.
Alles sal reg kom.

zaterdag 7 december 2013

Dit is pas huilen!

De dag nadat je met je zoontje van negen naar het ziekenhuis ging om hem te laten verlossen van zijn 'ungis incarnatis', is het vijf december. Met een enorme omzwachtelde teen, waar met geen mogelijkheid meer een sok omheen wil, en met een prachtige surprise onder zijn arm, hinkt hij naar de auto.

De auto waar je ex net een dikke deuk in heeft gereden, en jij zelf er nog een schepje bovenop deed door de rechterspiegel er af rijden. Zodat er nu niet één zielige zilveren voelspriet aan je klusbus hangt, maar twee. Met ducktape blijft de boel nog enigszins zitten maar er wordt die middag "code rood'' voorspeld, met windsnelheden van honderddertig kilometer per uur, dus je hoopt vurig dat de buitenspiegels, als ze er toch afvliegen, geen andere weggebruikers raken.

Je zoontje is in een opperbeste stemming: 'Dit wordt een superleuke dag!'. In een poging hem tegen al te grote teleurstellingen te beschermen, mompel je iets over: 'Misschien heeft niet iedereen zich zo uitgesloofd'. Maar dat was niet erg. Ook bereid je hem voor op de voorspelbare vragenstroom van die dag: 'Wat heb je aan je voehoet?'. Je tipt hem over 'Paard van de Sint op gaan staan', of 'Blijven hangen in de schoorsteen' maar kleine Kees is heel nuchter: 'Dat gaat ze niks aan'. Punt.
Niets kon zijn blije bui nog bederven.

Je dropt hem hinkend bij de school. Claimt de moeder die in de verte aan komt lopen vast als mantelzorger en pareert haar vragende gezicht met 'Nee, er is niks met zijn voet'. De moeder, gevat: 'Ja, nee, logisch, dat doe ik ook elk dag, met een vuilniszak om mijn voet naar school'. Maar je zit alweer achter het stuur, laverend tussen de fietsende schoolkinderen. (Vreselijk, die ouders die hun kinderen met de auto brengen!). (Dank je wel L.)

Eén voor half negen parkeer je je gehandicapte bus scheef voor de deur van de tandarts. Je komt keurig om half negen binnen. De tandarts had je tien minuten eerder verwacht. Ja, daar had ie gister nog over gebeld. Nou ja hoor, er zijn grenzen, ook op vijf december.

Hoewel, aan die grenzen ga je langzaam twijfelen, als je, nadat je twee vullingen rijker bent, nog even langs de garage gaat, en hoort dat de autoreparatie tweeënhalf duizend euro gaat kosten. Maar dat komt vast omdat de garage weet dat de verzekering de boel betaalt.

Je andere zoon valt, op weg naar school, twee keer van zijn fiets, en heeft wellicht een scheurtje in zijn borstbeen. Je oudste is, na een jaar, nog steeds niet uit zijn schulden. Je krijgt woorden met je vriend over een zebrapad en met je ex over Franse woordjes. Het dak lekt, het autoruitje is ingetikt en je Tom-tom gestolen. Het is allemaal niet erg. Het valt allemaal in het niet.

Als blijkt dat je zoontje, die die ochtend overliep van vreugde
Zich oneindig op het Sinterklaas feest verheugde,
geen surprise kreeg

Niet een lelijke,
niet een smerige
Maar gewoon géén één
Omdat niemand zijn lootje had.

Niemand had zitten ploeteren op een basket van karton
of een piano van klei,
of een schaakstuk,
of een suffe stoomboot.

Juf gaf hem nog een cadeautje uit de  'je-weet-maar-nooit'- zak.

Maar daar gaat het niet om'!', brulde Kees, terwijl hij zijn gezicht snikkend in de leuning van de bank drukte, 'het gaat om de surprise, de verpakking, dat iemand zijn best voor je heeft geda-ha-haan'!'

Ontroostbaar was ie.
On-troost-baar.

zaterdag 30 november 2013

Er wordt heel wat af gehuizeld

Mensen hebben tien jaar terug een te duur huis gekocht en kunnen nergens heen want moeten dan met verlies verkopen. Zo lang ze de hypotheek kunnen ophoesten en er niemand ziek of werkloos wordt of gaat scheiden, wordt er niet verhuisd. Aan onderhoud wordt weinig gedaan, wat de waarde van de woning geen goed doet en de situatie verslechtert. Volgens makelaars gebeurt dit steeds vaker.

Huurders die al tien jaar in hetzelfde huis zitten verhuizen ook niet. Zeker niet als ze in een sociale huurwoning zitten. Die woningen zijn in tien jaar tijd flink opgeknapt. Er is geïsoleerd, er kwamen zonnepanelen, een warmtewisselaar of andere milieuvriendelijke snufjes. De huren zijn hiermee ook navenant gestegen. Voor de zittenblijver geen ramp. Iets met huurbescherming tegen huurverhoging of zo. Maar de nieuweling betaalt wel mee aan alle besparende maatregelen. Dus blijft ook de huurder zitten waar ie zit.

Dan zijn er nog de zogenaamde scheefwoners. Wie met een laag inkomen eens recht had op een woning in de sociale sector, verdient nu wellicht twee keer zoveel, is door de inkomensgrens (voor 2013 is dit € 34.229,-) heen gebroken en woont nu 'scheef'. Ze worden niet uit hun woning gezet, maar ze kunnen ook geen aanspraak meer maken op een andere sociale huurwoning. Die mensen zullen al helemaal niet graag verhuizen. Want voor een woning van zo'n 100 m2 betalen ze in de vrije sector makkelijk twee keer zo veel als voor hun huidige, vergelijkbare woningbouwwoning. (€600 versus €1200 euro per maand). In politiek Den Haag wordt gesproken over het oprekken van de inkomensgrens tot €43000,- euro. Om zo de groep die te veel verdient voor een huis in de sociale sector  (en te weinig voor een hypotheek) beter te kunnen bedienen.

De woningmarkt mag misschien vastzitten, mensen zelf zitten niet stil. Want die raken natuurlijk gewoon wel werkloos, worden ziek of gaan scheiden. Of gaan juist trouwen, vinden werk of willen in de buurt van hun hulpbehoevend geworden ouder gaan wonen.

In een eerdere poging om de woningmarkt te smeren, zijn de mogelijkheden voor -tijdelijke- verhuur van een koopwoning door de overheid verruimd. Kwestie van een vergunning aanvragen bij de gemeente. Als je het dan netjes wilt doen, vraag je ook toestemming aan de bank waar de hypothecaire lening loopt. Met deze twee papieren op zak kan het huisbaasje spelen beginnen.

Maar het bestedingspatroon van veel huizenbezitters is mede gebaseerd op teruggave via de hypotheekrenteaftrek (niet voor niets laten de meeste politieke partijen deze hete aardappel links liggen). De huizenbezitter zal, om deze aftrek niet te missen, de huur liever zwart willen ontvangen. De huurder is hier ook blij mee. Door -een deel van- de huur onder tafel te schuiven behoudt hij het recht op huursubsidie. Als nieuwkomer is de wachttijd voor een sociale huurwoning vergelijkbaar aan die voor een auto in Sovjet-Rusland. Voor een huurhuis is hij dus aangewezen op de private sector. Om aanspraak te kunnen maken op huursubsidie geldt (in 2013) echter een maximale huur va€n 680 euro.

Er zijn ook huiseigenaren die, bang geworden van verhalen over weedplantages, het zoeken naar geschikte huurders liever uitbesteden. Bemiddelingsbureaus varen er wel bij. Ik zal verder geen namen noemen -straks word ik nog beticht van smaad- maar via funda of gewoon door te googelen naar een huurwoning, komt je verrassend vaak uit bij hetzelfde bureau. Wie een beetje verstand heeft van marketingtechnieken snapt dat dit slimme jongens zijn. Want als je bij een potentiële huurder eerst met de sleutel gaat wapperen en dan pas een rekening a €450 euro voor bemiddelingskosten presenteert, heb je eerder een match dan een bemiddelaar die, heel helder, zoals minister Opstelten het wil, op pagina één van zijn website al over inschrijfkosten begint voordat er van het huizenbod is geproefd. Ook de huizenmarkt is psychologie.

En de huiseigenaar zelf? Die moet per slot ook ergens wonen. Nou, met een beetje geluk staat die al zo lang op de wachtlijst voor een huurwoning (voor twaalf euro per jaar), dat hij de eerste de beste -sociale- huurwoning waarop hij reageert kan betrekken. En -hij moest per slot niet zonder reden hals over kop zijn huis uit- (scheiding? werkloosheid? ziekte?), hij vraagt daar gelijk huursubsidie voor aan.

Kunt u het nog volgen?

Laat ik het zo zeggen. Er wordt in Nederland veel belasting betaald. Maar dat geld komt op allerlei manieren ook weer terecht bij zowel huurders als kopers. Soms dubbel bij hetzelfde huis. Soms dubbel bij dezelfde mensen. Leuker kan ik het maken. Ook niet makkelijker. Maar het gebeurt wel.

Wat wel echt jammer is.
Is dat ik,
terwijl de borg al was voldaan,
het inspectierapport was gemaakt en getekend
en het huurcontract voor mijn neus lag, 

ik toch heb afgezien van mijn nieuwe huisje.
Ik ga mijn verdriet maar wegdansen.
Of anders de politiek in.

Morgen vertel ik het de kinderen.

vrijdag 22 november 2013

Ondertussen in Berlijn

Ze schreef al eens over voedselhulp uit Griekenland, over ons omaatje en over de verkiezingscampagne van  Steinbruck. Dit keer mengt ze zich in een ander actueel thema.

In de NRC stond dat de VN vindt dat de Nederlandse regering de leiding moet nemen in het debat. Asscher zei vanavond op het acht uur journaal dat die discussie al wordt gevoerd.

Ja zeker, minister Asscher, er wordt zelfs onder de expats in Berlijn over gesproken. En mijn zus geeft dan weer les aan hun Nederlandse kindjes. Die over twee weken een gekleurde, geveegde of wit gebleekte Piet voorgeschoteld krijgen. Ik stel voor dat deze juf voortaan ook de discussie in Nederland gaat leiden. Want dat kan ze.  

------------------------------------

Beste allemaal,

Dat niemand bij de sinterklaasviering de behoefte heeft om zwarte mensen te kwetsen, betekent niet dat mensen zich er niet door gekwetst kunnen voelen. De wet die bepaalde dat vrouwen die gingen trouwen, ontslagen moesten worden, was ook niet gemaakt om vrouwen te kwetsen, maar om ze te beschermen. Was daarom de discussie daarover belachelijk, tenslotte had toch niemand de bedoeling om iemand te kwetsen of te discrimineren? Waren de shows in de jaren '50 van de vorige eeuw, waarbij blanken zich zwart schminkten, gek praatten, voortdurend van hun stoel vielen en daarmee iedereen aan het lachen maakten, niet kwetsend voor zwarte mensen omdat ze alleen maar bedoeld waren om te lachen? Werd daarmee de discussie daarover belachelijk? Natuurlijk niet.

Dat schoorsteenvegerverhaal, daar klopt natuurlijk niks van. Ziet zwarte Piet er uit als een schoorsteenvegertje, of als een jongen die 50 keer per avond door een schoorsteen naar beneden valt, pakjes neerlegt, en dan weer naar boven klimt? Als dat de reden zou zijn voor zijn zwartzijn, dan zou hij zwarte vegen over zijn gezicht hebben, dan zou zijn bonte pakje er vies en smoezelig uitzien, dan zou hij niet zo'n onhandige veer op zijn muts hebben en van die grote oorbellen.
Zijn uiterlijk en zijn hele uitdossing duiden op een verleden als zwarte slavenjongen. Zijn zwarte (of donkerbruine) huidskleur, zijn niet vieze, maar juist prachtig glimmende bonte pakje met pofbroek, zijn kroeshaar, zijn felrode lippen, zijn oorbellen (die niet schoorsteenvegers-oorbellen heten, maar Creolen-oorbellen).

Zwarte Piet is pas aan de - al veel oudere - traditie van Sinterklaas toegevoegd in 1850. (Dit laat meteen duidelijk zien dat tradities niet onveranderbaar zijn, maar meegaan met hun tijd.) Laat deze knecht van Sinterklaas nou van het begin af aan niet schoorsteenveger-vies-bruin zijn, maar zwart, met kroeshaar, en met een dienaarspakje met pofbroekje aan. Zijn uiterlijk en zijn kleding zijn vrijwel exact dezelfde als de zwarte slavenjongens op Nederlandse schilderijen uit de 17e/18e eeuw.
(Link naar de Wiki-pagina van zwarte Piet. Vooral bij "geschiedenis" en "modernisering" staan interessante dingen.)

Zwarte Piet bestaat nu 160 jaar, daarvoor deed Sinterklaas al eeuwen lang alles alleen (ook dit laat zien dat tradities geenszins vastgebeiteld zijn, maar steeds veranderen). De eerste 80 jaar van zijn bestaan was er maar één Piet, Sinterklaas had slechts één knecht. Toen werden het er meer, in 1934 werd Sinterklaas bij zijn intocht in Amsterdam vergezeld door zes zwarte Pieten, die gespeeld werden door zes Surinaamse matrozen (sic!). Nu komen er bij de intocht van Sinterklaas 600 Pieten mee met de Sint. Is daarmee de traditie van zwarte Piet over boord gegooid? Moeten er daardoor sinterklaasliedjes (waarin Piet altijd de enige metgezel van Sinterklaas is) omgetekst worden? Wel nee. Tot 25 jaar geleden waren er alleen maar mannelijke Pieten. Toen de eerste vrouwelijke Pieten verschenen, schreeuwden toen alle Nederlanders moord en brand dat hun traditie van de mannelijke zwarte Piet om zeep werd geholpen en dat de teksten van Sinterklaasliedjes veranderd moesten worden? Sinds een aantal jaren heeft zwarte Piet geen roe meer, en wordt de zak alleen nog maar gebruikt om snoepgoed uit te delen, niet om kindertjes naar Spanje af te voeren. Is daarmee het feest niet meer "gewoon", "traditioneel", "normaal"? Nee hoor, de traditie ging gewoon mee met zijn tijd. Toen ik klein was, sprak zwarte Piet krom, het liefst met een dikke Antilliaanse W en in hele werkwoorden. Toen dat als wel heel erg cliché (voor zwarte mensen) werd gezien, kon hij binnen een paar jaar plotseling gewoon Nederlands praten. Was dat een probleem? Nee, zwarte Piet ging mee met zijn tijd en daar heeft bij mijn weten helemaal niemand tegen geprotesteerd, integendeel zelfs.

Laten we alsjeblieft de bezwaren van mensen die zich gekwetst voelen, serieus nemen. Ik vind het gemak waarmee die bezwaren van de tafel geveegd worden, misplaatst, zeker als dat van de tafel vegen gebeurt door mensen die makkelijk praten hebben, omdat ze tot het deel van de bevolking behoren dat in het dagelijks leven niet gediscrimineerd wordt.
Die vreemde VN-tante, daar heb ik niks mee, die heeft het alleen maar erger gemaakt. Maar het is wel belangrijk om te reageren als een groeiende groep mensen bezwaar heeft tegen een bepaalde traditie. Dan hoeft die traditie niet meteen bij de schroothoop, maar hij kan wel een beetje aangepast worden, zodat iedereen weer onbezwaard van dit Nederlandse feest kan genieten.

Hartelijke groeten

zondag 10 november 2013

De brug en de liefde

Vervolg op Ernestina


In 1886, hij was toen iets langer dan een jaar getrouwd met Maria dos Santos, een meisje uit Estevais, woonde hij met haar de grote feestelijkheden bij ter gelegenheid van de opening van de nieuwe brug over de Douro, de ponte de Dom Luis.

127 jaar later, ze waren toen iets langer dan acht maanden samen, dronk ze twee koppen thee en zette ze koffie voor haar lief. Ze stopte Ernestina in haar rolkoffer en smste de eigenaar van hun gehuurde kelderwoning. Met grote passen beenden ze door donker Villa Nova de Gaia, in de richting van de Douro, die in de diepte lag. Maar de weg liep stijl omhoog. Om 03.26 uur stapten ze op het bovendek van de ijzeren brug, dezelfde als waar de grootouders van Rentes de opening van hadden bijgewoond. Ergens tussen die dag en vandaag, liep Rentes zelf over het benedendek, op de eerste dag dat hij naar het lyceum ging.

Begin oktober was het zover. Ik stond in nieuwe kleren en met een schooltas vol boeken in de kamer, mijn moeder huilde alsof ik naar de kolonies vertrok, en mijn vader stak een sigaret op, pakte me bij de hand en leidde me, om me voor eens en voor altijd de weg te wijzen, een eind langs de rivier, de brug over en aan de overkant via de Muro dos Guindais, Corticeira en Fontainhais door de straten achter het kerkhof Prado de repouso. Ten slotte kwamen we uit in een laan, hij keek op zijn horloge en zei dat het ons ruim een uur had gekost, zodat ik dus voortaan voor achten de deur uitmoest. blz 242.


Met pap in hun benen, nauwelijks in staat om van Porto in het donker te genieten, rolden ze met hun koffertjes over de stalen brug. Rechts van hen liep de 'funicolar dos Guindais', de kabelbaan die het hoogteverschil tussen het boven- en benedendek overbrugt. Iets hoger de rua de Fontainhais, inmiddels half ingestort, met een betonnen muur dwars over de straat. In de verte de Corticeira, het 'afstekertje'. Toen ze de brug helemaal over waren, gaf haar mobiel 03.34 aan. Na een nieuwe afdaling passeerden ze het beroemde Estacao San Bento. Een mooi maar mysterieus station, waar geen spoor lijkt heen te gaan.

Toen de chef floot voor vertrek en de locomotief antwoordde en de conducteur langsliep om te kijken of alle deuren dichtwaren, hing ik uit het raampje met in de ene hand een kippenbout en in de andere een glas limonade. De grootste tunnel begint in het station en is lang, maar ik bleef bij het raam om het moment niet te missen dat we eruit kwamen en ik omkijkend in de verte ons huis zou kunnen zien liggen. Daar, in volle beweging en zo hoog dat ik dacht te vliegen, was het uitzicht met de twee bruggen, de rivier beneden, de huizen, de zeeschepen, en de rabelo's ronduit schitterend. blz 215

Late feestgangers hingen rond op de 'Avenida dos aleados'. Het regende. Toen om vier uur de bus vertrok, at ook haar lief zijn eerste broodje. Om de kotslucht van de late feestgangers mee te verdrijven. Een paar zwartrijders werden halverwege door agenten rechtstreeks het bureau in geloodst. De bus racete met ongekende snelheid over de nog verlaten straten van Porto.

De 's avonds tevoren klaargemaakte pakken, kisten, manden, koffers en tassen werden door mijn vader geteld en in plaats van een taxi te zoeken (..) had hij een groep sjouwsters opgetrommeld. blz. 212.

De avond tevoren kookte ze eitjes, smeerde brood met Queijo Sao Jorge, sneed komkommer en wikkelde twee pakjes kweeperen- (marmelo) jam in folie, als souvenir voor haar vader. Ook goot ze de heerlijke olijfolie van een glazen fles over in eentje van plastic. Om mee te nemen. Een beetje dom, want wie alleen met handbagage reist, mag wat vloeibaar is en meer dan 125 gram weegt niet meenemen. Alleen de tomaten, een klein pakje yoghurt en de eitjes mochten van de douanejuffrouw mee in het vliegtuig.

's Avonds, terug in Nederland, pakte ze het laatste stukje Sao Jorge kaas uit het doosje.
Op het deksel stond 'Doces momentos'.
Zoete momenten.

In die grote vredige stilte kleedde Ernestina zich uit, kuste me, liet zich strelen, spotte stilletjes met mijn haast, remde mijn onstuimigheid af of hekelde mijn onschuld, alsof het feit dat ik nog een kind was, haar opwinding verhoogde. Ze verbood een kus, lokte een streling uit. Trok zich los uit mijn omarming en terwijl ze zich omdraaide, klemde ze mij tussen haar benen, genietend van haar overwinning, in mijn lippen bijtend tot ze buiten adem was. Gek van begeerte had ze makkelijk een speelbal van mij kunnen maken. (...)

Haar zachte huid kleefde aan die van mij, versmolt ermee, terwijl haar vingers, tien klauwen, mij een vreemd tegenstrijdig gevoel bezorgden, een gevoel van angst en extase, van zonde en fascinatie. Toen ze het wilde bood ze mij haar lichaam, maar voor die gift en dat moment zijn geen woorden. 
blz 314. augustus 1945.

vrijdag 8 november 2013

Pagina dertien, tweet en Bodek


Verder dan pagina dertien kwam het artikel niet. In de maandagkrant nog wel.  'Vooral hoger opgeleide jongeren verlaten Portugal'. 'In 2012 emigreerden 121.418 mensen voor langere of kortere tijd. (....). 'Volgens de Portugese krant Diario de Noticias verslaat 2012 daarmee het record uit 1966.' Net als drie weken geleden wordt er ook nu geprotesteerd. Tegen de 3,9 miljard aan voorgenomen bezuinigingen.

Waarom willen ze weg? Degene die ons een appartement in Porto verhuurde, had zelf geen last van de crisis. Ook vertelde ze dat haar landgenoten, na de val van de dictatuur, op te grote voet waren gaan leven, geen maat meer konden houden. Zoiets. Hetzelfde riedeltje als dat van mijn voormalige Griekse schoonmoeder in 2004 ("Al die auto's die je ziet zijn van de bank") en dat van mijn Italiaanse ex in 2008 ('Italianen moeten er aan wennen dat ze geen dertig paar schoenen per jaar kunnen kopen')

Ik ben geneigd er net zo over te denken. Want ja, een mening, die behoren we anno 2013 toch te hebben. Je kunt er zelfs mee naar de beurs. Tweet tweet

De beurs, precies, daar wilde ik heen. Want Marije Meerman maakte er een prachtige documentaire over. Over de beurs. Wall Street. Over een klokkenluider. Moet je zien. Echt. Zelfs voor de doorgewinterde belegger die hier mogelijk meeleest interessant. Maar voor mij als leek ook mooi. Vooral het fenomeen 'flitshandel' zette me aan het denken.

Vergeet de schreeuwende mannetjes in pakjes of juist een 'stille' vloer. Nee, de aan- en verkoop van aandelen, obligaties en hoe die paperassen ook maar heten, kortom hoe de economie draait, wordt geregeld door computers. Computers waarop programma's draaien die sneller dan het licht (kan dat?) reageren. En daarmee dagelijks miljoenen opbrengen. Gegarandeerd. Of opbrachten, daar gaat de documentaire bij Tegenlicht over. De nerd die vooral aan het woord komt, ene Haim Bodek, beweert dat er minder dan tien mensen in de VS zijn die snappen hoe het werkt. Deze Bodek maakt het inzichtelijk door er een wachtrij voor kaartjes voor een concert van Metallica bij te slepen. Daar hou ik van. En in zijn geval stonden de andere wachtenden dan opeens voor hem in de rij. Binnen een nanoseconde.

En nu ben ik weer rond. Want die Portugezen die het land uit willen. Die willen helemaal geen dikke auto of dertig paar schoenen, of mobieltje om mee te twitteren. Nee, ergens is een computer bezig om geld te verdienen met hun pensioengeld. Of zoiets. Maar niemand snapt het meer.

Misschien ben ik nu gezwicht voor een complottheorie. Tijd voor wat zonnige plaatjes. Want waar moeten we anders nog naar toe vluchten.























vrijdag 25 oktober 2013

Leya no comboio

Leya por vicio, leya cores e sentimentos, leya sozinho ou acompanhado, leya romances, leya a noite, leya em casa, leya depressa ou devagarinho, leya quando como e ondas lhe apetecer, leya a serio ou a brincar, leya viagens e outras culturas, leya letras com sabores, leya de pernas para o ar.

Vrij vertaald: Lees in de trein, lees 's nachts, lees alleen of samen, lees thuis, wanneer hoe en waar je wilt, lees serieus of voor de grap, lees mooie brieven, lees reizend over andere culturen. 

En dat deed ik. Zij het na enig aandringen van mijn vader. J. Rentes de Carvalho moest ik lezen. Ik las voor, las voor mezelf, in bed, in het café, de auto en het vliegtuig. En 's nachts, omdat het uit moest. Maar het bleef niet bij lezen alleen.

'De kaik dreef langs de wijnloodsen en de Santa Marinhakerk, waar het plein blank stond. Van het huis van de koster stak alleen het dak boven water. Af en toe kon je door een zijstraat een rivier zien, en het leek onvoorstelbaar dat de stroming daar zo sterk was, terwijl wij voortgleden als op een sereen meer. Toen we om de hoek van de Rua Direita heen bogen, doemde er ineens een zwarte muur voor ons op, de romp van een vrachtschip dat de straat was ingeramd en slechts door een wonder niet alle huizen had gesloopt. We voeren er langzaam omheen. Aan de andere kant kon je naar binnen kijken, zag je alles: de brug met het stuurwiel, koperen apparaten, de motoren van de hijskranen, de lieren, de sloepen die hingen te schommelen in de davits, de kombuis, de kooien. februari 1937. Uit 'Ernestina', blz 186-187.

We liepen door de regen. Een vrouw hing uit het raam en keek ons na, haar buurman kreeg ons ook in het oog en vroeg gebarend om een sigaret. Die had ik hem graag gegeven. We kwamen door de Santa Marinha buurt en na nog wat stijgen en dalen bij de Santa Marinha kerk. In de regenplassen voor de deur getuigden kunststof rozenblaadjes van een bruiloft die er kort geleden was gevierd. Door een deur van een openstaande loods kon ik het embleem van Sandeman ontwaren en erboven, tegen de heuvels, prijkten borden van andere grote Portnamen Ferreira, Offley en Cockburn. 16 oktober 2013.

Mrs Cockburn, een oude Engelse van rond de dertig, getrouwd met een wijnhandelaar en moeder van twee kinderen, was een keer hand in hand met mij mee gelopen vanaf de andere school - o strelende zachte handen- tot op de hoek, waar onze wegen zich scheidden. Ik zie nog voor me hoe ze zich voorover buigt, me betovert met een stralende glimlach en na me een zoen te hebben gegeven voor de eerste keer met haar zachte melodieuze stem zegt: "Goodbye Jose."(bl 171). 1935

Che Guevara prijkte op de vlag, de Internationale werd aangeheven. De politie stelde zich verdekt op. De brug zag rood van de spandoeken. Er werd geprotesteerd tegen de regering en hun plannen om de inkomens boven de zeshonderd euro bruto per maand te korten. De Spaanse strijdleus gonsde door de menigte: 'Él pueblo unido, jamas sera vencido' (een verenigd volk zal nooit overwonnen worden) 19 oktober 2013.

De Dag dat de oorlog afliep, een week voor mijn vijftiende verjaardag, stroomde in de stad een immense menigte samen die juichend door de straten trok. Aan stokken zo zwaar dat de mannen ze met behulp van leren riemen droegen, wapperden de vlaggen van Amerika, Engeland, Frankrijk en Portugal. Die van de Sovjetunie was verboden, maar met geraffineerde symboliek zag je hier en daar een stok zonder vlag. 
Op dezelfde manier werd er, om het gezag te tarten. leve Frankrijk, leve Amerika, leve Engeland, leve Portugal geroepen en vervolgens slechts leve, maar zo dreunend dat het geluid de hamer en sikkel leek te tekenen boven die mensenmassa. Omdat de politie niet overal kon zijn, hoorde je soms in de euforie ineens ergens de aanhef van de Internationale, of iemand die zich niet kon beheersen: 'leve Stalin'. 1945

' s Avonds volgen we de Douro met de stroom mee, in de richting van Afurada. We fietsen langs de leegstaande en deels ingestorte loodsen waar Jose Rentes de Carvalho zeventig jaar geleden als kind op uitkeek. Zo schrijft hij.

Hij beschrijft de drukte, de handel en het gekrioel van mensen in Vila Nova de Gaia, waar ook Santa Marinha ligt. De Jodenberg, waar hij zegt te wonen, ligt aan de andere kant van de Douro. Dat klinkt logisch, want men kijkt nu eenmaal altijd uit op de andere oever. Maar als hij schrijft over de weg naar het Lyceum in Porto, waar zijn vader hem op de eerste dag naar toe brengt, steekt hij van zijn huis toch de brug over. En als ze hun jaarlijkse zomertocht naar het binnenland aanvangen, en volgeladen met eten naar de trein lopen, steken ze ook over de rivier, naar het prachtige Sao Bento station in Porto. Tevens verbaasde het me dat het jaartal 1937 ontbreekt bij de ingang van de Sandeman-kelders, waar staat aangegeven hoe hoog het water van de Douro kwam bij de vele overstromingen. De overstroming die Rentes beschrijft ontbreekt.

De dame bij het plaatselijke VVV kantoor wist het zeker, ze kruiste het aan op de kaart. 'Rua monte Judeus', dat lag toch echt in Porto, niet aan de andere kant, in Vila nova de Gaia. En hoewel er een zekere rivaliteit tussen de steden leeft, lachte ze verguld bij het zien van de eerste zin in Ernestina. Toen ze te midden van die vreemde Nederlandse woorden, duidelijk herkenbaar 'Vila nova de Gaia' las.

Zou het aan mijn onoplettende lezersoog liggen dat de oevers in het boek lijken te worden verwisseld, of heeft de auteur zich een zekere mate van literaire vrijheid gegund? J. Rentes de Carvalho leeft nog. Ik zou hem zelf kunnen vragen. Maar hoe?

's Avonds eten we sardientjes bij Jose. Ze worden geroosterd op het terras aan het water, meer een soort stoep. De volle maan beschijnt Porto. Op de televisie die te midden van oud scheepsmateriaal hangt, zien we de vijftigduizend demonstranten van die middag over de brug lopen. Ook in Lissabon en Rome zijn er massale protesten. In Nederland wordt er met geen woord over gerept.

Wordt vervolgd.


























donderdag 10 oktober 2013

Koppensnellen, Turken, eenzaamheid

'Niemand is eenzamer dan Nederlandse Turk'

Dat is waarmee ik dinsdag mijn dag begon. Want daarmee kopte mijn ochtendblad op de voorpagina. Trouw wordt die elke morgen rond zeven uur met een brommertje bij mij bezorgd. Waarom ik weer een abonnement nam weet ik niet. Ook niet of men mij hiervoor op straat, via internet of per telefoon had gestrikt. Wel kreeg ik twee welkomstkadootjes. Het tablet ging na een vergeefse aanzwengelpoging weer keurig terug in het doosje. De 'Verzamelde gedichten' bleven ook ongelezen en kunnen beter door naar de kringloop. Hoewel de in pastelkeuren gehulde ruggetjes van Judith Herzberg, Ida Gerhardt en Eva Gerlach nu wel mooi gezusterlijk in mijn kast staan.

Dinsdag was het. Acht oktober. Staat op de krant die ik net uit de auto viste. Mijn vijftienjarige Berlijns bezoek sliep na nachtelijke bakbezigheden een gat in de dag en de, eveneens vijftienjarige, stagiair was nog niet gearriveerd.
Even tijd voor mezelf.
Koppensnellen:
'Malala, haar boek is uit en haar school staat er goed bij', 
'Groots eerbetoon overleden rabbijn' 
en dus ook een artikel over de eenzame Turkse medelanders.

Bij de rabbijn en Malala staan foto's. Ranke vingers van heren onder brede hoeden en daartussen de suggestie van een wit keppeltje. Meisje Malala (dat Pakistaanse meisje dat met zuur werd aangevallen, of was het een bom die haar bijna het leven ontnam? Omdat ze opkwam voor het recht op onderwijs voor meisjes) heeft geen keppeltje maar een hoofddoek. Met haar mooie asymmetrische gezicht, door Londens plastisch chirurgen prachtig gerepareerd, kijkt ze als een volwassen vrouw in de camera. Naar de toekomst.
Dat doet de vrouw op de tekening er onder niet. Om haar nek hangt een sierlijke ketting, de tekenaar heeft hiermee vast haar Turks-zijn, of haar eenzaamheid willen benadrukken. Met neergeslagen ogen zit ze in kleermakerszit onder een glazen stolp. Zo eentje die bij mijn oma over de koperen klok op het theekastje stond. Boven de stolp een maantje en een sterretje. Het haar hangt los over haar schouders.

'In de beeldvorming doen ze het altijd heel goed, maar die blijkt volgens RIVM onjuist', is de ondertitel. Verder wat cijfers en vergelijkingen. Ene Achmet noemt het 'schokkende cijfers' (wat moet ie anders zeggen?).

Maar kan 'beeldvorming' wel onjuist zijn? Het gaat toch om een 'beeld'?
En is 'het goed doen' eigenlijk wel in tegenspraak met 'eenzaamheid'. Alsof depressie is voorbehouden aan werkloze, niet geïntegreerde, kinderrijke en/of op straat zwervende immigranten.

Op de radio hoorde ik eens over een onderzoek in Duitsland waarbij de beeldvorming over Turken werd gepolst. Veel Duitsers vonden Turken crimineel. 'Schokkende cijfers' zal er ook toen vast zijn gezegd. Depressieve Turk, criminele Turk, allemaal even schokkend.

Maar ook daar: hoe kom je zulks nu te weten? 'Hoe crimineel vind u Turken? Antwoorden op een schaal van 1 tot 10.' Misschien hoef je om te antwoorden geen Turk te kennen. Of er zelf één te zijn. Als mij wordt gevraagd of ik Turken eenzaam vind, zal ik dat nu ook beamen.

Is eenzaamheid' een gemis? Van iets of van iemand? Of is het een naar gevoel waarvan de oorzaak wordt gezocht in dat gemis. En het idee dat dat iets of die iemand er wel zou moeten of kunnen zijn. Of de overtuiging dat anderen dat wel hebben. Die dus niet eenzaam zijn.

Op de buis kwam Turkije ook voorbij. Jonge Turken die remigreren. Of dat komt omdat Nederland xenofober wordt weet ik niet. Dat was wel zoals die Turken het voelden. Maar een economische groei van zes procent, zoals in Turkije, is natuurlijk ook een mooie worst om achterna te lopen. Wat me vooral bijbleef, was een jong stel dat de 'hulp' van ouders, schoonouders en buren was ontwend. Ze ervoeren het soms als gebrek aan privacy, als bemoeizucht. Hun kind van een jaar of tien chatte dagelijks met zijn Amsterdamse voetbalvriendjes.

In Istanbul (volgens veel Turken het Sodom en Gomorra van hun land), is tegenwoordig zelfs een heuse Hollandse friettent. In de hippe winkelstraat Istiklal Cadesi. Deze weg, waar op elke avond naar hartenlust wordt geflaneerd, komt uit op het Taksimplein. Hetzelfde plein dat kort geleden nog het toneel was van wekenlange sit-ins en demonstraties. Voor meer vrijheid, of tegen het inperken daarvan.

Diezelfde vrijheid drukt soms zwaar op schouders van immigranten. Ook op de niet-Turkse. Trouwens ook op die van autochtonen. Maar als je nooit elders hebt gewoond, kun je emigratie ook niet als oorzaak van je eenzaamheid aanmerken.
Misschien maakt verlangen wel eenzaam.
Naar elders, naar vroeger.  
'Daar was alles beter' of 'Vroeger was alles beter'.

We rijden richting werk.
De stagiair ziet de krant op het dashbord liggen.
Lees je de krant?, vraagt hij.
'Mijn opa leest ook altijd de krant.'

dinsdag 1 oktober 2013

Zomercensuur

Opeens is het oktober. Klats, boem, kijk je even om je heen, is het zomaar herfst. Of bijna dan. Gek genoeg lijken al die dingen die ik deze zomer deed, dan juist wel weer een eeuwigheid geleden. Vooral als ik de foto's terugkijk. Tijd blijft een raar ding.

Ik vraag me wel eens af hoe de tijdbeleving door de komst van foto's is veranderd. Is al die triestigheid en eenzaamheid onder mensen in Nederland, waarover de krant schrijft, niet ook het gevolg van het kunnen kennis nemen van hoe het ooit was? Maar het 'vroeger-was-alles-beter-spook' is vast veel ouder. En laten we wel wezen, mensen op foto's van honderd jaar geleden lijken soms net levende lijken.

Later zal men wellicht beweren dat de komst van digitale fotografie mensen blijer of netter heeft gemaakt. Alle trieste zorgkoppies en mensen die uit hun neus eten zijn er immers uitgefilterd. Misschien zal men dan beweren dat het vroeger slechter was dan nu. (of, zoals zoonlief beweert: 'Ik ben blij dat ik in deze tijd leef, anders kon ik niet op de tablet spelen.)

Maar ook daarin loop ik vast lichtjaren achter. Want met pc's en overzeese clouds hebben we nu de beschikking over mega-, giga-, tetrageheugens. Er wordt juist helemaal niks meer gefilterd. Rücksichtslos worden dagelijks miljoenen plaatjes online gezet. Zo bezien is het ooit zo beruchte dia-avondje bij de buren, die maar liefst zes rolletjes volschoten tijdens hun fietstocht door Zweden, kinderspel. Een welkom rustpunt zelfs. Al dat groen.  

Wat daar verder ook van zij. Zomerfoto's zijn leuk om terug te kijken. Bij een warme kop chocolademelk, met warme sokken bij de kachel.

Het geheugen van mijn Mac is tjokvol, het externe geheugen dat ik kocht krijg ik maar niet aan de praat en voor het maken van een behoorlijke back-up ben ik te lui. Langzaam vreet de computer mijn foto's, mijn herinneringen, op. Laat ik een paar plaatjes hier dan maar delen. Blijft er tenminste nog iets over van die mooie zomer.












 















Foto's van bergen wasgoed, verwaarloosde vriendinnen, kapotte regenpijpen en omgevallen stapels ongelezen kranten heb ik er vanzelfsprekend uitgefilterd. Zo werk ik braaf mee aan het in stand houden van het beeld dat het bij de buren altijd beter is.

Nou vooruit, ook het Noorderzonfestival geeft troep. Zeker nu er niet meer in glas wordt geschonken.

Een verloren euro geeft ook wel wat roring in het park. Proberen kinderen de schat met behulp van een schroevendraaier en een stuk hout tussen de gravel vandaan te peuteren. Te midden van honderden paraderende volwassenen naast zich.





zondag 29 september 2013

Sandra, Petra, Laura, Carla

Da's toch vreemd. In mijn huidige leven wordt ik omringd door vrouwen met bovengenoemde namen. Vriendinnen, klanten, moeders van school. Vrouwen die ooit, in hun vorige leven, als meisjes, dezelfde naam droegen. Tenminste, dat neem ik aan.

Maar in mijn klas zaten vroeger Miranda's, Jolanda's en Marijkes. Geen één Petra, Sandra of Laura. En toch behoren beide vrouwen, vroeger en nu, ongeveer tot mijn zelfde generatie. Heb ik me opgewerkt, omhoog op de sociale ladder? Ben ik juist gaan 'downdaten', zodat andere namen nu vaker voorbij komen? Of houdt men in het Haagse meer van drie drielettergrepige namen?

Op zich is het logisch. Ik woon inmiddels tweehonderdvijftig kilometer verder Noordwaarts (Ja, ik heb het zelf gister op de teller gezien. Heen en weer naar Den Haag is bijna even ver als een enkeltje Parijs). Van mijn lagere school ken ik niemand meer, van mijn middelbare schooltijd nog drie.
 
Tien jaar geleden, toen ik zwanger was van mijn derde, pleegde ik nogal eens te verdwalen op een zeker 'voornamenforum'. Jazeker, je hebt mensen die postzegels verzamelen, mensen die in het weekend wandelaars de stuipen op het lijf jagen door met hun motor over de dijk te pruttelen, mensen die dol zijn op kokkerellen en online recepten uitwisselen, maar dus ook mensen die een namentic hebben. Ik herinner me zelfs een 'draadje' (weten jullie nog wat dat is?) van iemand die producten uit de schappen zocht en kocht, waarvan het merk tevens een voornaam was. Euforisch berichtte men dan over de 'Petrajam' of 'Sandrapasta'. Gelukkig was er toen nog geen facebook.  

Maar wat ik dus nog steeds niet snap is waarom er in mijn huidig netwerk vooral vrouwen lijken te zijn met namen die uit twee lettergrepen bestaan en dat alle Suzannes en Jolanda's van de aardbodem lijken te zijn verdwenen. Bij de mannen is het niet anders. Hier lopen vooral Henken, Pieten, Hansen en Wimmen rond. Op school werd ik vroeger omringd door Michielen en Martins. Zou men bij het geven van jongensnamen in het Noorden nog zuiniger met letters zijn dan bij de meisjes?

Maar een vermoedelijke oorzaak heb ik wel.
Het is allemaal puur toeval.
Het mooiste fenomeen dat er bestaat.

Alle Sandra's, Petra's en Laura's,
Henken, Wimmen en Pieten,
en iedereen die anders heet, 

Slaap lekker. 

zondag 22 september 2013

Steinbrück en de aardappelzak

Tram rijdt slakkengang over Alexanderplatz, ik kijk rechts uit het raam en zie vlak naast me Steinbruck menigte toespreken. Links uit het raam zie ik zwaar gesluierde vrouw, aardappelzak bedekt haar hele lichaam, fijn geweven kippengaas haar gezicht, zwarte handschoenen haar handen, foto's maken van de scène. 

Zo luidde de sms die ik 19 september binnenkreeg uit Berlijn. 
Ik schrijf terug dat ik het tafereel voor me zie, maar toch niet helemaal begrijp hoe zij, mijn zus die in de tram zit, foto's kan maken van beide zijden van de tram. Ook vraag ik me af wie toch die Steinbrück is?
Maar ik had niet goed gelezen. Het bericht niet en de krant kennelijk ook niet. Het was niet mijn zus die foto's maakte, maar de gesluierde vrouw. En intussen weet ik ook dat er verkiezingen aan de gang zijn bij onze Oosterburen.

We zijn nu alweer een paar dagen verder. Zou er al een winnaar zijn? Nog steeds keek ik geen nieuws en las geen krant. Ik hield me dit weekend bezig met het aanmoedigen van sportende kinderen (die beide wonnen), stond te schilderen op een steiger en kletste met familie en vrienden over de voor en nadelen van facebook, hoe spotify kan verklikken of je een feestje houdt en hoe deze beide moderniteiten de klassieke versiervolgorde in de kroeg kunnen omgooien. Bij het aanspreken van dat leuke meisje weet je immers al lang waar ze op vakantie was, wie haar vrienden zijn en naar welke muziek ze luistert?


Misschien dat die Duitse mevrouw in haar aardappelzak ook op dergelijke wijze handelt. Heeft ze in no-time haar plaatjes op facebook gezet. Steinbrück getagd naast haar eigen profielfoto. Zij volgt tenminste de politiek en gaat met haar tijd mee. Daar kan ik nog een puntje aan zuigen.

woensdag 11 september 2013

Over politiebijen, planologen en de plusgroep


Autogesprek:
Kind: "Wist je dat er niet alleen honden worden ingezet bij de politie, maar ook ratten en bijen?
Ik: "Nee, dat wist ik niet"
Kind: "Hoe zorg je er eigenlijk voor dat je niet geprikt wordt, als je de honing uit een korf haalt?
Ik: "Nou, imkers, dat zijn zeg maar de mensen die voor bijen zorgen, hebben een wit pak aan waar de bijen niet doorheen kunnen steken en een hoed met een gaasje voor hun gezicht. Ook hebben ze soms rook bij zich, waar de bijen een beetje slaperig van worden
Kind: "En dan steken ze niet."
Ik: "Eh, ja, ik geloof dat dat het is."
....
Kind: "Maar hoe halen ze honing eigenlijk uit de bijenkorf?"
Ik: "Toen ik dat eens deed, haalden we de raampjes met honing uit de kast en deden die dan in een soort centrifuge. Door te draaien aan een slinger, kwam de honing uit de raten en die ving je dan op in een bak."

KABOEM!!!!!

Ik: "Zo, nou, dat was een flinke donder, zeg! Gelukkig is je training nu afgelopen, anders waren we mooi nat geworden."
Kind: "Gelukkig zijn we niet in Syrië, daar hoor je dit de hele dag."
Ik: "Ja, daar heb je gelijk in, daar is het nu oorlog"
Kind: "Ik denk dat die mensen beter naar de woestijn kunnen gaan en dan een hutje bouwen van stof of van hout, als ze er langer blijven."


Tafelgesprek:
Kind: "Hoe komt het eigenlijk dat er hard en zacht is?"
Kind 2: "Nou, als je sport, dan kun je ook hard worden door te trainen"
Kind 3 (22 jaar, probeert op niveau van jongere broertjes praten) "Bedoel je soms stoffen?"
Kind: "Ik bedoel hard en zacht van de elementen."

Fietsgesprek:
(Als ze achterop zitten, kijken kinderen soms beter om zich heen -ik zelf trouwens ook-. Een fietssleutel die al een week spoorloos is, heeft zo bezien ook voordelen)
Kind: "Kijk, dat vind ik nou echt een mooi huis, dat blok daar, en hij wijst omhoog naar een in mijn ogen wanstaltige opbouw van blik met allerlei hoeken.
Hij wil architect worden.
Kind: "Dat is opa toch ook?"
"Nou", zeg ik, "hij heeft er wel voor geleerd, maar hij is vooral bezig geweest met hoe je een stad inricht. Waar scholen moeten komen en waar parken en zo.
Kind: "Als je dat doet, moet je ook aan de mensen vragen wat ze ervan vinden, want ze moeten het er natuurlijk wel mee eens zijn."

Ja lief, daar heb je helemaal gelijk ik. De volgende keer als je Amsterdam bent, moest je maar eens met opa door de stad slenteren en je laten informeren over bouwstijlen, rooilijnen, inweefbouw, het plan van Berlage en IJburg.


Dit kind van mij filosofeert en fantaseert over alles. Waarom je de hik krijgt en hoe die weer weggaat ("Dat is een goede vraag voor Klokhuis!").  Of eitjes met een dubbele dooier met een röntgenapparaat worden geselecteerd, of hoe de gebroeders Montgolfier (uit het brugklasboek van zijn broer) van papieren zak naar hun eindprodukt van luchtballon kwamen.

Zijn meester had hem vorig jaar al aangemeld voor de plusgroep. Toen was daar geen plek. Maar volgende week mag hij er samen met tien andere bollebozen uit groep vijf en zes voor het eerst heen. Misschien ontdekken ze met z'n elven wel dat politiebijen een stofje kunnen maken dat helpt tegen narcolepsie. En een apparaat dat dat stofje uit de bijenkast kan halen zonder dat die beestjes daar last van hebben en zonder te worden gestoken.

Liefje, ik denk dat je het er naar je zin krijgt.

woensdag 4 september 2013

Baltsritueel bij de mens

Het mannetje wordt zowel in de stad als in het wild gesignaleerd. Maar ook op het hellend vlak tussen natuur en cultuur, zoals op deze Groningse brug genaamd 'pypke'.


Vanwege de op schapenvacht gelijkende beharing van de hoofdhuid menen de op de dijk grazende ooien soms aanspraak te kunnen maken op dit bijzondere exemplaar. Echter, het vrouwtje dat hem hier bejaagt kent een geheel eigen baltsritueel. Zij gaat, na het besnuffelen van zijn nek, op twee achterpoten staan en veinst dan desinteresse gelijk een katachtige door met een zwart hulpmiddel genaamd 'Lumix' om haar prooi heen te draaien. Het geluid dat zij voortbrengt kan het best getypeerd worden als 'klikken'. Hoewel 'afdrukken' of 'schieten' als benaming hiervan bij eerdere generaties ook in zwang is. Zodra de zon de horizon nadert en oranje kleurt, wordt de intensiteit van het 'klikken/afdrukken' verhoogd. Soms slaakt zij hierbij kleine kreetjes. Lange uithalen ten teken van bewondering ('mooooi') komen ook voor.


Het mannetje weet haar feromonen te waarderen en na wat ondefinieerbaar gefrunnik, nemen zij plaats op een stalen ros. In dit stadium worden de vier ledematen van een extra lederen laag voorzien. Ook op de koppen van zowel het blonde wijfje als het gekrulde mannetje wordt een zwarte, glimmende bal met een uitgeholde binnenkant geplaatst. Deze harde bal maakt enige vorm van lichamelijke intimiteit met de bek onmogelijk. Waarschijnlijk dient dit attribuut om al het bloed dat het koppel naar de kop stijgt enigszins te temperen. Zij plaatsen dan, met gebogen knieën, hun achterste poten op de stijgbeugels. In tegenstelling tot vergelijkbare zoogdieren neemt het wijfje hierbij altijd de achterste positie in. Mogelijkerwijs is dit in situaties waarbij zij zich onbespied wanen ook wel eens omgekeerd. Hebben zij eenmaal hun positie ingenomen, dan gaat het paartje er met een oorverdovend lawaai vandoor en verdwijnt uit beeld. Hierdoor is het vervolg van deze paringsdans, mede voor het koppel zelf, lastig in kaart te brengen.

zondag 1 september 2013

Getuigenissen

Voor de brug wachten. Een hond zien. Er hangt kwijl in een sliert uit zijn bek. Een man slentert over de stoep. Hij heeft een pak aan. De vale broek met vouw past niet bij het colbertje en oogt smoezelig. Zijn grijze haar is net iets te lang. Er komt een tweede hond bij, kleiner, zwart. De grote kwijlhond trekt een sprintje om de nieuwkomer de besnuffelen. Hun baasjes niet. De zwarte viervoeter wordt snel aangelijnd. Ik meende dat honden, net als kinderen in de speeltuin, een mooi alibi vormen voor een praatje, maar deze baasjes zijn kennelijk elkaars type niet. Als de nette man en zijn al even keurige hond weer weg zijn, plukt de smoezelige man wat gras, veegt de bek van zijn viervoeter er mee af en loopt dan weg over de brug. Die weer dicht is (of heet dat open?). Naar zijn 'foute' kant van het water. Een horde joggers uit de goede buurt, in hippe pakjes en op nieuwe schoenen, rent hem voorbij. De brug over.

Achter op de motor, stapvoets over een landweg, voor ons loopt een jongen met een stok. Hij draagt een blauwe boeren-overall. Voor de minifile lopen drie koeien over de weg te laveren. De boer opent een hek naar de wei. Ik maak foto's. We groeten.

In een zaal met honderden etende witte mensen. Appelmoes met een kers er op. Of was het een druif. Achter me hoor ik de serveerster beleefd vragen of de gasten er bezwaar tegen hebben dat ze even onder de tafel kruipt. Ongemakkelijk schuiven de eters uit hun bankjes. Even later steken er een paar geüniformeerde billen van onder de gedekte tafel vandaan. Ook wordt het gemorste toetje van de schoen van een van de gasten geveegd.

Werkend op de steiger. Aan de 'koopkant' van het woonerf. Aan de 'huurkant' hoor ik een man uit het raam roepen naar zijn zoontje in de speeltuin. Het kind schreeuwt hoogst verontwaardigd terug dat hij zijn broodje niet heeft weggegooid. Echt niet, papa! Er volgt een kruisverhoor over de straat. Hoe komt die boterham met pindakaas dan wel in de tuin van de buren?!

Ontbijten met mijn jongste zoontje Kees (9). Hij maakt zich zorgen om de enorme bak met ijs die nog in de vriezer staat. Misschien moest hij maar eens een feestje te geven. Zomaar. Dan kwam dat ijs eindelijk op. Misschien kon er dan wel wat jam overheen, of, nog beter, van die rode siroop. Een film huren zou ook leuk zijn. Die brontosaurus uit Narnia was echt bijzonder en er was ook een vervolg op 'Verschrikkelijke ikke' en wist ik eigenlijk wel dat de Maximonsters zelf bang waren voor Max?

Het is zondag. Er moet een band geplakt, een regenpijp gerepareerd, twee offertes gemaakt, wassen gedraaid van alle verschoonde bedden en er moet worden nagedacht. Honden, serveersters, broodjes pindakaas of brontosaurussen doen daar niks aan af. Ik ben ook nog getuige van mijn eigen levenswandel. Dat wil ik wel eens vergeten.

Fijne zondag.   

zaterdag 24 augustus 2013

De Perzische pot

"Ik ken helemaal geen homo's, kun jij haar niet introduceren in de homoscene, je hebt toch lesbische vriendinnen?" Vroeg hij me, terwijl we 'gormesh saabsi' naar binnen schoven. Of was het 'abgusht' en dronken we 'dugh'? Wat vrij zeker is, is dat we op zijn wanstaltig grote tv naar één of andere talentenshow keken. Die ik vast zal hebben afgekraakt als vermomd belspelletje om nietsvermoedende kijkers de schijn van invloed te laten kopen in ruil voor een leeggeplunderde telefoonrekening ('u heeft nog een minuut om te stemmen, de lijnen zijn bijna gesloten).

Hij zal op zijn beurt bij hetzelfde programma hebben teruggedacht aan zijn jonge jaren in Teheran, toen die filmster zo verrukt naar zijn dansen had gekeken. Ze was rijk en bewonderde het draaien met zijn heupen. Hij kwam uit het arme zuiden en niet zelden belandde hij en zijn vriend na zo'n wild feest in een Iraanse politiecel, tevergeefs wachtend op iemand die hem er uit zou kopen. Maar zijn vader kwam niet en zijn moeder was pas veertien toen ze hem kreeg en genoot nu zelf van de bloei in haar leven. Geld scharrelde hij vaak zelf bij elkaar door zich duur te laten betalen voor verboden plaatjes van Michael Jackson. 'God, wat heb ik veel geleerd van die man'.

Maar op die avond was ik vast in een verzoenende bui. Want hoe het precies kwam weet ik niet, maar twee weken later zat ik bij zijn bewuste vriendin aan de maaltijd in een asielzoekercentrum in een godverlaten dorp waar ik nog nooit van had gehoord.

Daar zat ze. Op haar bed dat als stoel diende. In haar minikamer. We aten 'mahi' ('O, heeft ze vis voor je gemaakt, dat is echt een eervol gebaar, Lehti'). Ik zag foto's van haar volwassen dochter, ze prees mijn Perzisch gebrabbel en we maakten een ritje langs windmolens en paarden in de wei. Na de 'chai' nam ik weer afscheid. Ze wachtte al twee jaar in dit 'huis van bewaring'. Op een antwoord of ze al dan niet in Nederland mocht blijven.

Nadat ik de eerste bocht om was, zette ik mijn auto langs de kant van weg. In een opwelling belde ik F. Het was goed, zei F. Ze was toch al van plan geweest om die avond uit te gaan, en we konden elkaar wel ontmoeten bij de plaatselijke homo disco. Ik keerde terug naar het AZC. Passeerde met mijn liefste glimlach opnieuw de geüniformeerden (eigenlijk mogen we na tien uur niemand meer binnenlaten, mevrouw) en even later reden we samen naar de stad. Onderweg kreeg ik de ins en outs van het leven van een lesbienne in Iran te horen.

Toen we aankwamen op de afgesproken plek stelde ik F. voor aan mijn introducee. 'Nice' zei die verlekkerd met een smile van oor tot oor, wijzend op F.  die ze aandachtig in zich op nam.  'Ah, you like my hat', zei F, wijzend op haar hoofd. 'No, no, I like YOU' was het antwoord wat meteen de trend zette voor de rest van de avond (dacht ze nu werkelijk dat dit een koppelpoging was?).

Er werd lekkere muziek gedraaid en ik begaf me al snel op de nog vrij lege dansvloer. Een paar machoheren hingen als behang langs de kant. Ik werd benaderd door een vrouw met een verschijning en houding die alle vooroordelen over potten bevestigde. Ze was er zelfs van overtuigd dat ook ik lesbisch was, maar dat zelf alleen nog niet wist. Nadat ik meerdere keren had aangegeven dat ik niet gediend was van haar weinig subtiele avances ('Laat mij maar lekker in de kast dan!') kreeg ik F weer in het oog.

Haar verging het in gezelschap van mijn introducee al net zo. Niet alleen week die geen seconde haar zijde. F vertelde ook dat ze haar borsten meerdere keren had betast. Wellicht had ze gedacht dat ik haar had meegenomen naar een parenclub? Nu was er wel zoiets als een darkroom, maar die scheen alleen voor mannen bedoeld. Of misschien vond ze dat in het land waar alles schijnbaar mocht, er ook geen remmen of sociale codes bestaan. 'Zullen we elkaar redden' stelde F me op zeker moment voor.

Help, waar was ik vredesnaam aan begonnen?!


De volgende ochtend bracht ik mijn gast naar het station. Wanhopig zei ze me dat ik haar moest vertellen waar ik lesbiennes kon vinden en hoe ze met hen in contact kon komen. Ik bracht haar de discotheek van de avond ervoor in herinnering en vertelde jufferig over de do's en don't in het maken van contact. Het hoeft hier niet allemaal te gebeuren in dat ene uurtje waarin je je even onzichtbaar waant voor de zedenpolitie. 


Onlangs smste ze me het feestelijke bericht dat ze was toegelaten tot Nederland. Misschien had ik haar moeten uitnodigen voor een maaltijd met mahi om het te vieren. Of om vanavond op het Noorderzon festival te paraderen, want de vrouwen die daar rondliepen, al dan niet hand in hand, waren talrijk. En paraderen, dat kunnen Iraniërs als geen ander.

Hopelijk kan ze genieten van haar vrijheid.
En die van anderen.

zaterdag 17 augustus 2013

Lieve lezers

Er zijn deze zomer weer veel jarigen, waaronder ik zelf. Van hen die het met mij vierden, lezen hier maar weinigen. Toch zijn het vooral vrienden die dit blog kennen. E uit Utrecht en W, C en D uit Den Haag. H en G uit Amsterdam en M en M uit Rotterdam. J uit Hoorn, een handvol vrienden in Groningen en niet te vergeten S uit Vlaanderen.

Die laatste leerde ik wel kennen via dit blog. Waar ik zelden de echte namen van mensen noem. Maar zo 'ken' ik ook S uit IJmuiden, D uit Ermelo, R uit Venlo en C (of is het B?) uit België. Ook D en R komen hier regelmatig langs, van hen weet ik niet waar ze werkelijk wonen. Deze 'virtuele' vrienden schrijven zelf ook graag en ik lees hen zo vaak als ik kan.

Ik kreeg op mijn feest lekkere hapjes, zoals ik had gevraagd. Courgette-gorgonzolasoep en salades. Maar ook wat ik niet vroeg: lof voor wat en vooral hoe ik hier schrijf. Een prachtig cadeau. Want ik schrijf graag. En dat is zacht uitgedrukt.

Eindeloos blijf ik schaven en schrappen, want het moet vooral leesbaar zijn. 'Kill your darlings', leerde ik van mijn vader, toen ik vertelde over het fenomeen om die mooie beginzin, die extra alinea waarin ik nog iets kwijt wil of die schijnbaar zo spitsvondige titel te laten sneuvelen. Ter verfraaiing van het verhaal. Of gewoon omdat te veel tekst de aandacht afleidt van de essentie, de vorm vernielt of het doel van het verhaal voorbijschiet.

Kiezen en schrappen, dat geldt ook voor foto's ......

Au, daar heb je er weer één. Niet doen Lehti! Dit gaat over tekst en lezers, dus niet over plaatjes, hoe graag je daar ook iets over kwijt wil. Ook het noemen van dat 'doel' is overbodig. Is er eigenlijk wel sprake van 'een doel' bij deze schrijverij?..... 
Hup, bij de les meid! Terug naar wat je zeggen wilde.

De vraag is, lieve lezers, waarover zouden jullie graag lezen? Niet dat ik braaf zal gaan serveren wat wordt gevraagd, maar ik kan soms gewoon niet kiezen tussen al die verhalen die dagelijks rijpen aan de boom in mijn hoofd. Over ongeacht welk onderwerp. S schreef dat ze het leuk vond toen mijn blog persoonlijker werd. D vroeg of ik vaker wilde schrijven over mijn tijd in Italië en P zei dat hij vooral de korte stukjes, zoals 'de gazakip' erg raak vond. Een anonieme lezer vond mijn conclusie dat 'homo's hot zijn', wat te kort door de bocht op grond van de inhoud. Zulke feedback waardeer ik zeer.

Mijn liefde voor alliteraties zit het vinden van een titel die de inhoud dekt, wel eens in de weg. Als er iets vunzigs wordt gesuggereerd zijn er meer lezers, maar zo'n wervingstactiek wil ik niet (altijd) hanteren. (de zoektermen van deze week betroffen onder andere het hebben van gemeenschap in combinatie met uitwerpselen. De twee logjes met die titel gingen vooral over werk en vraag is of het leuk is om via die weg te worden gevonden. Het schrikt andere lezers misschien juist af).


Zal ik een lekker tzaziki-recept onthullen, over mijn werk schrijven of wilt u liever lezen over de Afghaanse die een anti-moslim site beheert? Zal ik beschrijven hoe het zout knerpt onder je voeten op het strand van het Urumye-meer, hoe krekels klinken of moet er meer mythologie in? Of over het papier dat men op 1 januari uit de ramen in Buenos Aires gooit, of hoe ik daar zelf eens shockeerde door met ongeschoren benen naar het zwembad te durven? Zal ik mijn ideeën over een mooi minnespel, politiek of economie onthullen? Of zal over de dag dat ik achttien werd schrijven, toen we een eend en een geit braadden in de houtoven te Ospedaletto? Of over dingen en mensen die voorbijgaan, wat er op straat gebeurt, of toch liever over mijn kinderen die pianospelen, pizza's bakken en zelf de mooiste verhalen vertellen?

Roept u maar! Ik hoor het graag lieve lezers. Voor wie liever niet openbaar wil reageren:
zetter.letter apestaart gmail punt com.
Maar de meesten van jullie weten me ook in het echt wel te vinden. 

Alvast bedankt

liefs, Lehti