dinsdag 22 februari 2011

Jezelf uitzwaaien...

...anders kan ik het niet noemen. Natuurlijk ben ik wel vaker zonder man, kind of in een andere samenstelling dan met het gebruikelijke kerngezin op stap geweest. En de laatste zomers bivakkeerden Leo en Keesje, dankzij de vakantie-lat relatie van hun ouders, maar liefst zès weken in de zon. Kinderen, vliegticket en autosleutel werden na drie weken, ergens op een camping uitgeruild door pa en ma. Van de schaarse gezamenlijke nachten (en dagen) werd goed gebruik gemaakt om elkaars voorbije en komende afwezigheid te compenseren. Nooit geweten dat een tent zo heet kon zijn. En na een paar dagen werd in een andere samenstelling genoten van de één-oudervakantie. De andere ouder keerde huiswaarts. Back tot work. Een erg praktische oplossing voor het jaarlijks terugkerend gepuzzel met vakantiedagen. En ach, thuis zaten we toch al te veel op elkaars lip. Enig mogelijk nadeel was de wanhopige blik die op het gezicht van de campingbazen verscheen als de rekening moest worden opgemaakt. Zij wist niet meer wie er wanneer en hoe lang op haar terrein was geweest. Maar dat was vermakelijk. Het gevoel dat me vanmorgen bekroop was van een ander kaliber.

De avond te voren had ik, al fröbelend met eten, mijn moederplicht vervuld. Lunchdoosjes met komkommerkroontjes, koude pannenkoeken en kaasblokjes (oud voor Kees, jong voor Leo) werden afgemaakt met een ansicht vol rijmelarij over het te bezoeken vakantieland. Een kunstig gevouwen briefje van tien completeerden het pakketje liefde voor onderweg. Hoe crea. Ja ja, het duel om een vent kan zelfs de vorm van kaas aannemen. Uiteraard bleef ik 's avonds te lang op, zodat het 's morgens toch minder gezellig werd dan ik me had voorgesteld. 'Opschieten jongens, als je nog iets mee wilt, moet je het nú, ik bedoel dus NU pakken!'. 'Nee, liefje, zo veel knuffels kunnen niet mee.' en 'Hup hup, papa staat zo met de auto voor de deur.'

Klokslag half negen belt papa aan, hij maakt geen gebruik van zijn huissleutel, die hij nog altijd heeft, ondanks dat hij hier al maanden niet meer woont. Zijn nieuwe lief blijft in de auto wachten. Ik zoen mijn ex goedemorgen en druk hem een verse kop koffie in de hand. Terwijl ik de jongens in hun schoenen en jassen praat (veel bewerkelijker dan het even zelf te doen, maar ja, ze moeten het ook léren, toch?), ren ik zelf op sloffen naar de auto, om mijn werkschoenen te pakken. Hierbij duw ik per abuis mijn boezem onder de neus van mijn lieftallige opvolgster. Oeps. Als iedereen startklaar lijkt, neem ik plaats achter het stuur, om het nieuwe gezinnetje naar het station te brengen. Maar dan loopt Keesje nog even doodkalm het huis in met de woorden "Oh, ik ben me stifte vergete, eve zoeke hoor." Wat fijn om zulke relaxte kinderen te hebben. En ìk ben ook niet degene die de Alpentrein moet halen. Neem de tijd.

Met één hand aan het stuur en de autoradio een tikkie te hard, draai ik 'taxi Lehti' de parkeerplaats voor het station op. Ik wandel rustig naar de parkeermeter terwijl vader en zijn lief de koffers uitladen. Bij de trein omhelst Leo me innig. Hij zegt dat ie denkt me te gaan missen en oppert waarom ik niet gewoon mee ga naar de bergen. Dan brengt hij plotseling verschrikt uit dat zijn zonnebril nog in de auto ligt. 'Rennen', brult hij me paniekerig achterna, terwijl ik me een weg baan tussen de mensen op het perron.

Als hij me weer blij aankijkt, met zijn coole bril op zijn neus, zie ik alleen de weerspiegeling van mijn eigen maandagmorgenblik. Een laatste zoen, ook voor vader, schiet mijn opvolgster schijnbaar in het verkeerde keelgat, ze tovert prompt haar laptop tevoorschijn. Vader vingert zich alvast warm op zijn I-phone. Hun beider blikken staan strak op hun apparaten gericht. Wat een zegen moet die nieuwe technologie toch zijn voor al diegenen die zich op dergelijke 'non-momenten' geen houding weten. Als ik haar net iets te lang aankijk, verschijnt er een geforceerd lachje om haar mond. 'Take care of my boys.', zegt ik haar. 'Yes, I will.' Het is haar geraden.

Vanaf het perron maak ik ski-gebaren naar Leo -het lijkt meer op schaatsen- en teken ik smileys voor Keesje op het smerige raam. Mijn vingertoppen zijn al gauw pikzwart. Maar tekenen lukt zo des te beter. Kees probeert hetzelfde te doen maar aan de binnenkant is de trein wèl schoon. Ik zie hoe hij zijn mond wijd opent en blaast. Even later tekent hij een volmaakt hartje op het beslagen raam. Ik glimlach, richt mijn ogen ten hemel en vouw mijn handen voor mijn boezem. Kees lacht terug. Het verse stel lijkt niks te merken, of zouden ze wachten tot de trein wegrijdt ik eindelijk uit beeld ben? Ik gebaar dat de jongens hun jas uit kunnen doen en wijs naar de kapstok (hetzelfde spook van de zelfredzaamheid als bij het schoen aantrekken thuis, nog geen uur geleden). Zij neemt zwijgend hun jassen aan. Ze drapeert ze naast zich op de bank. Het is een geduldig en liefdevol gebaar. Wat een heerlijk relaxte vrouw.

Er wordt gefloten, sissend sluiten de deuren en langzaam zet de trein zich in beweging. Kees en Leo werpen kushandjes naar mij door het raam.

Elf uur later stuurt vader me een sms. Ze zijn goed aangekomen. En de groeten. De tot gister gebezigde kusjes waarmee werd afgesloten blijven veilig daar, ver weg, op vakantie, binnen het gezellige gezin. Dag dag!

dinsdag 1 februari 2011

Toeslagen terreur

Het gaat gebeuren. Vol vertrouwen maak ik een lijstje van regelzaken die deze morgen gedaan dienen te worden. Dat streept zo lekker weg als de dingen gedaan zijn. Het lijkt mee te zitten. Papieren zijn op orde, boekhouder voor vragen bereikbaar en zelfs de opzegging van de kinderopvang, net een dag te laat verstuurd, leverde een half uurtje na indiening een telefonische bevestiging op.

Dat versnelt de zaak nog meer, zo kan ik dit in één moeite door invullen op het digitale wijzigingformulier van de belastingdienst. De site waarop dit papier te downloaden is, is geen toonbeeld van efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid. Maar ach, denk ik, als het er te gelikt uit zou zien, zou dat ook van mijn centen zijn gedaan. Nee, het is juist goed dat sites van de overheid ietwat sober ogen. Dat ze traag zijn, neem ik op de koop toe.

Voor de zekerheid bel ik nog even met de dienst zelf. Die tot mijn verwondering direct opneemt: "Er volgt nu een keuzemenu", "sofinummer bij de hand", ach, u kent het wel.
Er wordt besloten met "En, had u verder nog vragen?" Ja ja, die mensen hebben tegenwoordig allemaal een klantvriendelijke anti-agressie training gehad. Maar ze kunnen me dus mooi niet helpen. "Nee, mevrouw dat moet u echt via onze site doen. Ook als het alleen het registratienummer betreft. In het uiterste geval kunt u ook nog persoonlijk langskomen." Ha ha, die is leuk, dus niet telefonisch, wel langskomen!

Ok, om het gevraagde nummer door te geven (zouden ze daarmee pedofielen buiten de deur willen houden), werk ik me eerst door namen, geboortedata en adressen heen. Of er nog iemand werkt, uitkeert, meebetaalt enz. Ik heb alle vier sofinummers bij de hand. Het loopt gesmeerd.

De vraag over het geschatte inkomen van mijn ex -waarmee ik nog wel toegeslagen partner ben via de fiscus-, sla ik eerst even over. Op mijn vraag wat ie verdient (en hoeveel bilharen ie heeft) volgt al snel zijn sms. Ik wil terugkeren naar een eerdere bladzijde, maar, zo waarschuwt men mij, dan gaan er gegevens verloren. Stel je eens voor hoe dat bij een papieren versie zou voelen. Je slaat een bladzijde terug en hopla, alle gegevens uitgegumd. Nouja, niks aan te doen. Wat mot dat mot en de deadline voor dat verrekte nummer was eergister, dus ik móet en zàl zal er doorkomen vandaag. Opnieuw namen, geboortedata en adressen invullen (stapeltjes belasting, contracten e.d. bij de hand). So far so good.

Mooi, nu komt de vraag of ik de opvang wil stopzetten. Ja dus, dat wil ik, maar niet een maand geleden, maar pas over twee maanden. Opzegtermijn, weet u wel. Mijn blijdschap dat ik er dit keer eens op tijd bij ben, in plaats van twee jaar te laat, slaat om als ik zie dat een maand van te voren opzeggen geen optie is. Ook goed, dan de tarieven en opvanguren maar. 'PLOP': 'het sofinummer van Leo kan niet hetzelfde als dat van Keesje zijn'. Oja, verkeerd gekeken zeker, maar weer terug dan. Ja, en nu krijg ik vast weer zo'n waarschuwing over verloren gegevens (alsof ze niet alles al van me weten daar). Maakt niet uit, nog even en ik ken alle data uit mijn hoofd. Oefening baart kunst.

Maar nee, geen waarschuwing dit keer. De bevoogdende fiscus gaat er van uit dat de gegevens voor Leo zijn afgerond. 'Plop': "Voor hoeveel kinderen, naast Leo (o, wat leuk, ze hebben de naam uit een eerder veld hieraan gekoppeld, wat goed zeg, lijkt de postcodeloterij wel), wilt u de opvang stopzetten? Huh, maar ik kòn toch niks stopzetten, waarom nu wel dan?. En waar staat de datum dan?

"Plop!" Een enquête. Of ik tevreden ben over de dienstverlening? Dit keer niet wegklikken Lehti, ik ga ze eens zeggen hoe slecht de site werkt. Het 'slechts één minuutje' voor het invullen is vooruitstrevend ingeschat, maar ik ben er wel mooi wat frustratie mee kwijtgeraakt. Op de plek waar het thuishoort.

Nou, nog maar weer eens tarieven, uren, namen en data van Keesje invullen. "Sofinummer kan niet gelijk zijn aan dat van Leo." Ja, mensen, dat schreven jullie net ook al. Maar Kees heeft het góede nummer, ik wil juist dat van Leo wijzigen, maar dat schijnt niet meer te kunnen. Wat nu? Ik kan niet heen, ik kan niet terug. En ik wilde alleen maar een nummer doorgeven!

Mensen, alsjeblieft, red me van de toeslagenterreur. Was die slogan niet iets met makkelijker en niet leuker? Ik vind dit verschrikkelijk onleuk! Misschien dat mijn werkloze ex kan helpen dit vreselijke programma van een dienst die over woningen (huurtoeslag), gezondheid (zorgtoeslag), kinderen en wat al niet meer van 16 miljoen mensen gaat, te verbeteren. Want zo kan ik natuurlijk nooit iets afstrepen van mijn lijstje. Weet je wat? Ik fiets er morgen even langs. Gaat honderd keer sneller.