dinsdag 4 september 2007

De open mond van de Rotterdammer

Maandag 3 september

Mijn eerste colleges. Beide docenten praten langzaam, bedachtzaam. Eigenlijk een beetje arrogant zonder dat dit stoort. Ik besef nu ook waar dat denkbeeldig opgeheven vingertje van mijn ouders vandaan komt. Op een universiteit is het schijnbaar gemeengoed bepaalde kennis als zijnde algemeen bekend te veronderstellen. Ik word er graag dwars van. Maar nu niet. Vol overgave neem ik de uren durende vertellingen tot mij. Het staat haaks op het hedendaagse studiehuis dat het middelbaar onderwijs siert. Of ontsiert, zoals je wilt.

Beide heren publiceren, onderzoeken en zijn vooral bezig. Ja, de toehorende student dient wel te worden verteld dat degene die ze voor zich hebben er op wetenschappelijk gebied toe dóet. Eén van hen licht tevens een tipje van de sluier van zijn privé-leven op. We horen over kinderen, ouders en afkomst. Alsof het openen van zijn mond niet al gelijk verried waar hij vandaan komt. Ook het nèt iets te lang open blijven hangen van de mond wijst in de richting van de Maasstad. Zou dit oorzaak of gevolg zijn van de Rotterdamse tongval?. Anders gezegd, zouden de letters kwijtraken door die opening, of impliceert het eindigen met een klinker dat dit zo hoort ("Dat behore jullie te wete"). De schoonheid van een hoorcollege is het je kunnen overgeven aan dergelijke overdenkingen.

De bassen van het concert voor de eerstejaars zijn verstomd, de regen gestopt. In het donker stap ik op mijn fiets huiswaarts. Zonder licht, zoals het een student betaamt. Ik ga genieten de komende vier jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.