zaterdag 28 maart 2015

Weeskindje



Ratatouille heet het op z'n Frans, caponata in Italië en Iraniërs noemen het yetimche, wat weeskindje betekent. Ik heb me laten vertellen dat dit komt omdat er geen vlees in dit gerecht zit. En voor de keukenpuriteinen onder u, die menen dat ratatouille niets met caponata van doen heeft. Tja, die hebben vast gelijk. Het zij zo. Noem het dan maar prut.

Ik ben niet zo van de recepten of gerechten met namen. Na een harde leerschool in Italië, gevolgd door een Griekse schoonmoeder die me haar keukengeheimen toefluisterde, ben ik gaan geloven dat elke streek, elke straat, en waarschijnlijk zelfs elke madra familias, haar eigen goddelijke combinatie van groentes en kruiden kent, waardoor een vaste benaming een miskenning is voor de kookkunsten van degene die iets maakt.

Maar het wordt tijd voor iets anders. Tijd om u als lezer serieus te nemen. Dus ik vertrek. Na het schrijven van vijfhonderd stukjes, waarvan er twee derde deze blog haalden. En u kennis nam van het leeglepelen van zee-egels, de islam in de schaamstreek en Iraanse neuzen. Waarin ik fantaseerde over erotiek bij het WK, een stroopspoor op het web of wat te doen als u incest vermoedt. Het wordt tijd om te gaan. Naar de wereldpers (of naar elders, als u nog suggesties heeft). In de hoop dat u geen rare fratsen uit hoeft te halen, dat reacties niet meer worden opgeslokt, of dat plaatjes op zwart gaan.

Want het is natuurlijk wel zo aardig om mensen die hier langskomen de gelegenheid te bieden er iets van te vinden. Dat het flauw was bijvoorbeeld. Of lekker pittig. Of taai of juist goed ingedikt en scherp. Koken en schrijven zijn fijn, feedback krijgen is dat zeker ook.

Stukjes hakken, stoven, proeven, roeren, ruiken, serveren.
Stukjes schrijven, schrappen, proeven, wegen, schaven, publiceren.

Rest me alleen nog u voor te stellen aan die andere Paul. Mijn opa. Een yetimche. Hij kwam als jonge puber alleen naar Nederland. Hij werd in Wenen geboren in een kelderwoning naast waar nu het Hundertwasserhaus staat. Op de dag die later ook mijn verjaardag werd. Als klein jochie mocht hij wel eens mee met zijn vader, die verslaggever was voor opera's. Samen stonden ze op het balkon van de Volksoper. Op dezelfde plek waar acht jaar geleden deze blog begon.








Beste lezers, ik hoop jullie binnenkort te mogen verwelkomen bij de nieuwe Lehti Paul.

Eet smakelijk.








maandag 23 maart 2015

Speciaal voor appelvrouw.... en alle andere Groningers

'Ga je mee', vroeg ik haar, nadat ze me een versgebakken brood was komen brengen.
Helemaal op de fiets. Op krukken.
Nee, dat zou ze niet halen, zei ze.

Maar we hebben de longen uit ons lijf geschreeuwd.
Ook namens jou, en al die andere Groningers. 
Voor de 'Ode aan Groningen'.

En omdat ik vorige keer wat vals speelde.
Krijg je hieronder nu echte plaatjes van Stad en Ommeland.....

"Torens op de wierden, de ruimte bij Doodstil.....

Groningen..... Groningen
oogsten, kleinen, boren, beven
drinken, vrijen, proosten, leven....."




















woensdag 11 maart 2015

Bij een huwelijk horen veters

Ik ben dol op tweedehands. Zit en loop graag daar waar andere mensen op zaten of liepen. Kijk naar wat anderen hebben bewonderd en hebben aangeraakt. Op jacht naar dingen die ik niet zoek of nodig heb maar wel fijn zijn. Zoals in een consumptiemaatschappij gebruikelijk is.

Dat de crisis toeslaat is te merken aan de inbreng. Ook in de kleding. Waar voorheen twintig procent van de afdankertjes kon worden hergebruikt, is dat nu nog maar tien procent. Wat dan de vraag met zich meebrengt: als de criteria aan de achterdeur naar beneden worden bijgesteld ("Deze broek kan nog best een jaartje mee"), zou dat aan de voordeur dan ook gelden? Is voorheen onverkoopbare kleding nu opeens weer acceptabel? Einsteins relativiteitstheorie kan ik niet navertellen, maar als het om kleding gaat, snap ik 'm best. En voor geld geldt de theorie ook. En smartphones. Eigenlijk alles.

Mannen zouden hun kleding afdragen, vrouwen zijn eerder -heel eufemistisch- 'aan iets nieuws toe'. Vorm ik de uitzondering op die regel? Onder mijn oude vesten draag ik weliswaar een heuse werkbroek met knielappen, maar tweede Hans merkte onlangs terecht op dat die zwarte broek er na een witte schilderklus, niet bijster professioneel meer uitziet. Wellicht is het iets met tering en nering. Zocht ik werk dat een alibi verleent aan mijn voorliefde voor afdankertjes. Maar aan dat alibi zit kennelijk ook een limiet.

Een schoenenfetisj is me ook vreemd. Wat meestal aan mijn voeten prijkt, kreeg ik in handen doordat de buurvrouw zo enorm geilde op mijn nieuwe tajine, dat ze voorstelde haar schoenen te ruilen voor deze Afrikaanse pan. Intussen stooft zij hierin al jaren mals lamsvees en banjer ik gelukkig door de dagen op haar onverwoestbare bergschoenen.

Onlangs nam ik bij een wandeling zelfs even mijn jongens op mijn rug ter voorkoming van natte pootjes. Toen ik een week later hetzelfde rondje met mijn ouders maakte, liepen zij met opgerolde broekspijpen om de plassen heen. Al wachtend friemelde ik behaaglijk met mijn warme, droge tenen. Zo lekker, zo als gegoten.

De strakheid van de veters is wel essentieel. Als die te strak zitten, voelen mijn enkels na verloop van tijd koud aan. Maar te slap is ook niet goed. De wrijving die dat geeft leidt weer tot ander ongemak. De veter, bedacht ik, terwijl ik bij tweede Hans, met zijn tweedehands schoensmeer mijn bijna tot op de draad versleten schoenen poetste, dat is een geniale, tijdloze uitvinding. Zoiets zou men moeten bedenken voor relaties. Die soms ook knellen, of juist zwabberen. De boel loshalen en opnieuw rijgen is dan het devies. Zo dacht ik, terwijl ik twee nietjes aan de uiteindes van het schoensnoer deed. Want anders kreeg ik de veters niet meer door de koperen lusjes.

Maar ja, dacht ik ook.
Een veterdiploma heb ik niet.


maandag 9 maart 2015

IS op de fiets, Anne Frank en logica

Hij fietst voor me en mompelt iets onverstaanbaars.
Ik roep: "Als je wil dat ik je hoor, moet je mijn kant op praten."

"Die zullen wel een zware straf krijgen als ze die te pakken krijgen!"

A, ik verstond het!
Maar waar gaat dit over?
Het blijkt over IS te gaan. 

Ik -altijd bereid om de keerzijde van een schijnbaar simpele werkelijkheid te belichten- zeg: "Ja, maar wie moet ze straffen? Het leger en de politie zijn gevlucht en nu is IS daar de baas. Nu zijn zij degenen die anderen straffen. (Dat het leger, -mogelijk met hulp van Iran-, inmiddels weer bezig is met een comeback richting de olievelden laat ik maar achterwege) Je hand er af als je iets steelt, je kop er af als je iemand vermoord...."
 
Mijn politiek correcte hersenspoeling staat paraat voor het geval zoonlief zou tegenwerpen dat het straffen met de dood bij moordgevallen best ok is. Maar Kees steekt qua correctheid -of eigenlijk meer qua logisch denken- boven moeders uit. Volgens hem is het helemaal niet goed om iemand om moord met moord te straffen, dan wordt je immers zelf moordenaar en moet je daarvoor weer gestraft en zo blijft er niemand over.

Bij wijze van vrouwendag-staartje vertel ik ook dat vrouwen er niet zonder familiebegeleiding over straat mogen, geen eigen auto kunnen kopen, geen haren aan de buitenwereld laten zien.....
(dat ook orthodoxe, Joodse vrouwen hun eigen haar met een pruik bedekken, laat ik voor het gemak maar even achterwege).... "En als je dan kanker hebt?", vraagt Kees.


*Stilte*

(al fietsend tussen groene weilanden, visualiseer ik een kale, blootshoofdse dame te midden van een blauwe boerkazee) Kees vervolgt: "O, dan moet je zeker een pruik op en daar dan weer een sluier overheen."

' s Avonds zit Kees op de bank met zijn voeten in een sodabadje. Hij leest. Grote broer Leo oefent Pachelbel en Aardrijkskunde. Ik zing zachtjes en vertel over mijn Amsterdamse uitje van gister: met viereneenhalve Italiaan bezocht ik het Anne Frankhuis. Op het kaartje dat ik er kocht staan twee bladzijden uit het dagboek van het meisje dat zo graag schrijfster wilde worden. Tussen berichten over haar gewicht, sabotage, deportatie ('die sturen ze nu ook bijna allemaal naar Duitsland om te werken, zowel mannen als vrouwen') ook een stukje over vrouwenemancipatie: "Het is de strijd die er geweest is om de vrouw, dat die ook wilde studeren en dezelfde rechten hebben als de man. Want vroeger als de vrouw niet getrouwd was kwam ze meestal als oude hardwerkende sul bij een van haar broers in huis"

Kees denkt dat er een derde wereldoorlog komt. Ik zeg dat ik het niet weet, maar ook dat die er misschien al is, alleen niet in Europa. Om het dreigement van Griekenland moet hij lachen.

Later, in bed, zegt hij dat ie blij is dat hij hier woont, en niet in Irak, of Syrië.... of in Oekraïne. Ik ook. "Weet je", zeg ik, terwijl ik hem over zijn bol aai, "er zijn nu op de wereld heel veel andere kinderen die ook een kus van hun moeder krijgen. Ook in Syrië. Ook in Irak. Ook in de Oekraïne. Maar dan wat eerder (dat kinderen daar niet al om acht uur naar bed gaan laat ik maar achterwege), want verder naar het Oosten, of nee... later....of nee....... eerder", besluit ik uiteindelijk.
 "Dat heb je goed uitgerekend, of nee, dat heb je logisch bedacht, mama."

"Heb je ook wiskunde zonder cijfers?"
"Eh ja, dat heet geloof ik logica."