dinsdag 24 april 2012

Monologue exterieur



"Ik kon geen spreekbeurt houden
ik ga morgen aan de juf vragen
wat voor dag is het vandaag?
(....)
dan had het vandaag moeten zijn
dan heeft de juf zich vergist

ik dacht, ze zegt het niet dus mag ik 'm ook niet doen
ik dacht, misschien mag het tijdens het eten
maar dan hebben we al een verjaardag
ik had er wel tijd voor maar die werd verspild door andere dingen
ik ga vragen of ik 'm morgen mag doen
misschien is er dan een ander kindje.


Het lijkt helemaal niet laat
Het wordt steeds later licht
dan gaat het langzaam weg
pas als het helemaal donker is
dan is pas alle licht weg.

Ik weet waarom het hele hal zo heet
aan een hal zit een gebouw vast
een gebouw staat op de grond
en de grond zit aan de lucht vast
en in de lucht zitten planeten."











zondag 22 april 2012

Jan, het paradijs voor de vrouw.


Die lag me daar toch zomaar op de deurmat!
Die Jan,
compleet met zeven postzegels.
Kan geen digitale post tegenop.









Langzaam openmaken.
Proeven.
Bruin papier.
Mooie letters
'Alles voor de naaister?'
Ik ben benieuwd.






O, een gidsje.

Van het paradijs.
Voor vrouwen
en kinderen
Waar we volgende week zijn.
In het Apulië van Olijf
Waar ik was in 1988
en 2003
en nu weer.
Ik heb zo'n zin!

maandag 16 april 2012

Cultuur met Naomi Campbell en Lange Frans

'Ben ik al drie keer geweest.'
Ok, geen grafisch museum.
'Wat dachten jullie van het Groninger museum?'
'Ben ik al duizend keer geweest.'

Waarom toch een museum? Besmet door de Santenkraam wellicht? Ja misschien wel, maar het was ook museumweekend. Mocht je voor één euro cultuur happen.

We belden een vriendje. Zijn zus en ouders gingen ook mee.

'Hebben ze ook iets anders dan jurken?, vroeg Leo. Maar uiteindelijk vond hij die éne toch wel mooi..... of eigenlijk vond ie ze allemáál wel mooi. Die creaties van Azzedine Alaïa. Die kleding maakte voor onder meer Greta Garbo, Michelle Obama en Naomi Campbell.


Er hing ook kleding van Iris van Herpen. Of nou ja 'kleding'. Met zo'n jurk aan, lijkt een toiletbezoek me een hachelijke onderneming. Maar misschien hoort dat wel bij haute couture.

Wij zagen Naomi niet, die in december bij de opening was geweest. Wel die andere lange gast. Frans. Het weekend ervoor. Ik herkende een liedje van hem, toen ik mij terug haastte naar het houten huisje met een doosje boodschappen uit de campingwinkel onder mijn arm. Al lang blij dat ik me achter de pannen mocht verschuilen en niet tussen al die vijftigduizend paaseizoekende Slagharengangers in de rij hoefde te staan.

Maar de neefjes en nichtjes vonden het prachtig. In de Traumboot, Tomahawk en Thunderloop. Die hen respectievelijk verticaal of horizontaal centrifugeerde of over de kop liet gaan. En 's avonds? Wat te doen in een huisje zonder Wifi, zonder laptop en internetloze mobieltjes? Dan kun je alsnog chatten hoor. Geen punt. Kijk maar.


En dan is het paasmaandag en gaat het regenen en heb je het rijk alleen in een pretpark. Nog twee uur voor de trein vertrekt.

Moeten ze nog één keer in dat supersnelle draaiding
èn naar de zweefmolen
èn in de olifantjes,
en zelfs op de paardjes. Want 'dan hebben we alles gedaan.'










Snel snel nog even een foto.
Dag zus, dag tante, dag nichtjes!
Het was een reuze gezellig Paasweekend!








     




En het museum dan? O ja, dat was gister. Hadden we in een uurtje bekeken. Maakten we nog even zelf wat kunst. Het vriendje en zijn zus gingen met ons mee naar huis. Waar ze voetbalden en hagelslag aten in de zelfgebouwde hut.

's Avonds aan tafel zetten we onze eigen jurk op een attractie. Een Ninja op een pastakar.

zaterdag 14 april 2012

Wat is er weg?

Het Martiniziekenhuis, waar Leo in 2001 werd geboren, gaat tegen de vlakte. Dat wil zeggen, de locatie aan de van Ketwich Verschuurlaan. Want het ziekenhuis zèlf heeft een nieuwe jas gekregen. Even verderop. Met veel licht en ruimte en glas en kunst. Of het er inhoudelijk op vooruit is gegaan weet ik niet. In die februarinacht kwam een lieve nachtzuster kijken hoe het moeder en kind verging. Ik vreesde dat ze het niet goed vond dat ik Leo bij mij in bed had genomen. Want alleen na goedkeuring van de drie andere kraamvrouwen had hij bij mij 'op zaal' gemogen. 'Het is zo koud, misschien moet hij een kruik' vroeg ik schuldbewust. 'Ach,' lachtte ze 'jíj bent toch zijn kruik.'

Een dag eerder, kermend bovenaan de trap, verzuchtte ik wie zo'n kwelling toch ooit bedacht kon hebben. Halsoverkop moest ik naar het ziekenhuis. De Groningse verkeersdrempels leken op slag een meter hoog. Met weeën in een auto is geen pretje. Een kwartier nadat ik in de rolstoel de lift in werd geduwd, werd Leo geboren. Stil is het er nu. Stiller dan toen ik beviel in elk geval. Voor vogeltjes was het toen te koud.
 



Ook de suikerfabriek moest er aan geloven, de halve Grunobuurt werd opgeblazen, schoolgebouwen als de Pedagogische Academie aan de Korreweg, Het Noorderpoortcollege aan de bedumerweg of, aan de andere kant van de ring, fabriekshallen en een stuk bos. Allemaal weg. Ook het gebouw aan de dierenriemstraat, waar de afgelopen jaren het Leon van Gelder (VMBO), het Alfa college (MBO) en zelfs eens een Afrikaanse disco in was gehuisvest. De sloop daar is niet (alleen) bedoeld voor nieuwbouw maar er komt een heus park. Dat de groene fietsroute vanaf de kerklaan moet verbinden met de uitvalsweg richting Garnwerd. Strak plan. De slopers weten van aanpakken. Met enorme scharen wordt de school tot confetti vermalen en in grote containers geschept. Best indrukwekkend. En minder stil dan bij het ziekenhuis.


Waarom ik daar opnames van maak? Ach, weer 's wat anders dan homevideo's waarop kaarsjes worden uitgeblazen. Overal in de stad zie ik gaten. Of valt zoiets onder het kopje beroepsdeformatie? Net zoals zwangeren, of vrouwen met een kinderwens, alleen maar dikke buiken zien. Meestal valt het alleen op dàt er iets weg is, niet wàt er weg is. Een soort wegpakspelletje. Je weet wáár iets lag, of het rood, rond of klein was, maar toch kun je je het voorwerp niet herinneren. En als je het ziet, weet je het weer. Rare hersens.
 
Goed kijken.....

ogen dicht.......


Doe maar weer open.....

Wat ontbreekt er?

Als je stiekem tòch keek zag je dit:











Of dit:




Misschien is dit gebouw aan de Paterswoldseweg binnenkort ook wel weg. Nee, niet dat kolos van de Gasunie daar achter. Maar die glazen kist er voor. Waar eens Porsches werden verkocht. De digitale klok hebben ze al verwijderd. En de thermometer.   


Sommige voorwerpen mag je niet wegpakken. Maar nu speel ik vals. Want dat bordje, dat hangt in Haarlem.





donderdag 12 april 2012

De snormeetster

Oranje werd ik. Toen ik om tien uur 's morgens bakstenen op maat sleep met een flex. Om elf uur ging daar een wit laagje overheen van de gasbetonblokken en toen ik om twaalf uur een deel van de acht boterhammen at die ik dagelijks bij wijze van lunch naar binnen werk, leek het alsof ik zand at.

Om één uur reed ik door de stromende regen terug naar Groningen. Om twee uur lag ik op mijn rug op de grond met mijn hoofd in een nis platen vast te schroeven. Ik kreeg thee met cake van de man des huizes om drie uur. Om vier uur testte ik het water van de zojuist gemonteerde wastafel. Toen ik aan mezelf en de klant toegaf dat de klus die dag niet af zou komen, liep het tegen vijven. Om zes uur reed ik naar mijn afspraak voor een volgende klus, en plantte bij gebrek aan een parkeerplek mijn bus op de stoep voor het huis waar ik dacht te moeten zijn.
'Ding dong.'
Ver achter de deur klonk zacht: 'Wie is daar?'
Vreemd.
'Ik kom voor de badkamer.' (Nou, dán doe je écht open)
Een vrouw met rollator deed de deur op een kier, keek langs me heen en zei:
'Nu staat er alwéér een auto op de stoep. Dat mag ab-so-luut niet!'
Vervolgens, met een blik op mijn kleren: 'Komt u schilderen?'
Ik bood mijn excuses aan.
Later bedacht ik me hoe sneu zoiets moet zijn voor zo'n mensje. Bij wie misschien dagen of wekenlang niemand komt. Behalve verstrooide klussers dan.
Goed.
Nummer 34 dus. Geen 43.....

Tegen half acht reed ik naar huis. ('Ik mail u zo spoedig mogelijk een offerte'), sprong gauw onder de douche om het stof en zaagsel van me af te spoelen en warmde de hachee en rijst op die ik twaalf uur eerder (stond in pyama uien te snijden) had klaargemaakt. Om acht uur zat ik samen met zoon Frans achter de buis met een bord vol rijst met prut op schoot. Om negen uur kwam een vriendin langs die aan haar Braziliaans bezoek, die voor het eerst in Europa was, mijn huis wilde laten zien. We dronken thee, aten koekjes en ik gaf in het Portu-Ita-Spaans toelichting bij de fotoalbums en -een deel van- de duizenden digitale foto's van de afgelopen tien, twintig jaar. Waar gaten in vallen. Letterlijk. Ondanks het geheugen van megaveel gigabites.
De boel opschonen, extra geheugen, één en ander op SD kaart of USB stick zetten?, adviseerde mijn vriendin.
Ja, maar wanneer dan? Wanneer?

Want dagen als deze volgen elkaar snel op. Op papadagen zet ik de wekker een uurtje later. Maar dan sta ik alsnog om half zeven naast mijn bed.
Auto moet uiterlijk vandaag gekeurd,
Doorverwijzing ligt al weken klaar bij de huisarts
Brood, melk, fruit..... is allemaal op.
Vissen voeren en plantjes gieten van vriend die met vakantie is.....
Rekeningen uitschrijven, offertes maken.
Ook best belangrijk.

Drukte. Had de juf ook last van. Ze vergat dat Kees een spreekbeurt had. Ja echt.


Maar hoe Kees hierover vertelde terwijl hij op het toilet zat,
was zo ontwapenend, dat het misschien toch niet zo erg was.

Daar gaat een volgend blog misschien wel over. Dat misschien minder chaotisch wordt dan dit verhaal. Ondanks mijn poging tot enige chronologie.

En de titel? Die kwam tussendoor ook nog even langs. Om me te keuren. Ze bescheen mijn snor, keurde mijn teennagels en bekeek aandachtig mijn wenkbrauwen. Want maandag ben ik haar examen.
Word ik een geharste, geëpileerde klusser. Vol stof.