vrijdag 4 november 2011

Noothulp uit Griekenland

Hebben mensen die tijdens hun werk een computer aan hebben, ook tijd voor privélezen? Gister concludeerde ik dit uit een telefoongesprek.

'Dat zult u vast al gelezen hebben', zei de mevrouw die me belde om aanvullende informatie te geven op de mail die ze me die dag toezond. En, toen ik dit ontkende, ik had nog niets gelezen, want ik had gewerkt, bleek dat het werk-argument niet steekhoudend was. Ze spoorde me aan in mijn spam te kijken. Juist ja, daar stond ik dan, bij het benzinestation in hartje stad. Nu heeft mijn klusbus wel iets weg van een vuilnisbak, maar haar mail zag ik toch nergens liggen tussen mijn zooi.

Hoe het ook zij. Ik moet het qua nieuws en nieuwtjes hebben van de radio. En dan alleen van en naar het werk in de auto, want mijn bouwradio heeft zich opgewerkt tot keukenradio. Ook leuk. Kan ik tijdens de afwas met mijn voet van zender wisselen. Maar op mijn werk hoor ik alleen vogels. Of een sonate van Bach. Al naar gelang het werk binnen of buiten plaatsheeft en afhankelijk van de muzieksmaak van de klant. En of die thuis is.

Wat meldt de radio? Mevrouw Merkel heeft een onderonsje met meneer Papandreou. En toen mevrouw Bruni het leven schonk aan een dochter, kon papa Sarkozy er niet bij zijn, die moest ook van alles met Merkel. Allemaal om dat arme Griekenland te redden. Of Europa.

Ach, Griekenland. Alle mensen bij wie wat te halen viel, zijn dat land al lang ontvlucht. Zo ook mijn ex-schoonouders. We kregen wel eens wat geld onder tafel. Ze hebben me nooit echt gemogen, maar een Griek laat overal liever zijn geld dan dat ie een cent aan de belastingdienst geeft. Toch jammer. Niet van dat geld. Maar van de 'voedselpakketten'. Voor "Hongerend Holland". Uit Griekenland.

Elk jaar, rond deze tijd, kwam er een vrachtauto de straat in rijden. Nadat de chauffeur had aangebeld en ik een krabbel had gezet op een papier met half Griekse, half Engelse tekst, werd er een pallet (ja echt, een pallet, zo'n houten ding van één bij één meter waar tegenwoordig van die hippe meubelen van worden gemaakt, maar dat bij mij brandhout werd), uitgeladen met
pasta
linzen
laurier
feta (één keer ontplofte het blik bijna, er was iets misgegaan tijdens het transport)
olijfolie
vijgen-/perziken/aarbeien-/vulmaarin-jam
walnoten
amandelen
couscous
zout
griesmeel
honing..........

Je kunt het zo gek niet bedenken of er was een jaar dat het er bij zat. Saffraan, bergthee, kerrie....
soms zelfs een waterkoker, strijkplank (kun je dat eten?), pannen, speelgoed (met veel batterijen), een complete stofzuiger, kinderkleding en tapijten. Ik heb genoeg olijfoliezeep om me een eeuw mee te kunnen wassen.

Nadat de vrachtauto de straat uit was gemanoeuvreerd, begon 'overslagbedrijf' Lehti op volle toeren te draaien. Eerst was het kleine Leo die met de punt van zijn tong uit zijn mond, het plastic waarmee alle dozen waren omwikkeld, met de schaar te lijf ging. Later deed Kees dit. Ik heb nog een filmpje waarop één van de twee met de pakbon en een pen in de hand langs de muur van dozen loopt en, in zichzelf mompelend, allemaal golfjes tekent op het papier: "Daar zit jam in, daar bonen....., 1, 2, 3, 7, 9, 6....". En dan, heel serieus, alles afvinken. Héérlijk.

Ondertussen ging ik dan schuiven met vazen, pannen en ongebruikte spullen van het jaar ervoor. Om ruimte te maken. Ik timmerde er hier en daar een plankje bij. Te meer omdat mijn schoonzus had verkondigd dat ze de helft van haar 'hulp' linea recta de prullenbak in kiepte. Wat ik dan weer zonde vond, dus had ik nòg meer bergruimte nodig. Háár halve lading belandde hier.

Maar ik repte over een overslag- en niet over een opslagbedrijf. En inderdaad, de timing was steeds perfect. In november, vlak voor Sinterklaas. Ik had vrienden die smulden van jam, anderen hielden meer van oregano, krenten of olijven en voor wortels en bloemkool op zuur had ik ook een adresje. Van de handgemaakte tagliatelle en bucatini voor de pasticio maakte ik op mijn beurt weer pakketjes voor de familie met wie ik Sinterklaas vierde. Leuk gedichtje erbij. Klaar. Mijn zus wist soms niet goed wat ze er mee moest. Ze deed me verslag hoe de bereiding verliep van de producten die ofwel een Griekse verpakking hadden, ofwel helemaal geen letters bevatten. Die ze haar dochters dan liet keuren. "Mam, wat gaan we eten?" "Geen idee!" In de loop der jaren heb ik heel wat kussenslopen verzameld, want de afdeling noten en peulvruchten werd daarin vervoerd. De weckpotten van mijn oma kwamen goed van pas.

Natuurlijk werden er ook recepten bijgeleverd (maar wat moet de plaatselijke kringloop met kookboeken in het Grieks?). Soms zat er iets bij dat ik ècht niet kende. Zoals trachana. Een soort bouillon in korrels. Paar keer geprobeerd te maken. Smerig. Ik kon het slijten aan een Griekse mevrouw in de straat. Zij maakte er maaltijden van voor de Griekse kerk hier ter stede.

Het zal de tijd van het jaar wel zijn die me hieraan doet denken. Maar het geeft misschien ook een verklaring voor zowel de financieel mindere tijden (ik doe eindelijk zelf mijn boodschapjes. Na de scheiding maakte ik een statement door, voor het eerst sinds jaren, mijn eigen olijfolie te kopen) en, wellicht is het de reden voor de crisis waarin Griekenland zich nu bevindt. Er wordt immers geen eten meer gekocht voor de export naar hongerend Holland! De lezer weet waar dit geld heen ging. Misschien moet ik maar wat doneren op giro 555, om hongerend Hellas te helpen. Dat middel heeft Merkel nog niet geopperd.

Maar waarom begon ik hierover? Oja, of ik mijn mail lees. En het verband met de opgedroogde voedselhulp uit Griekenland. Huh? Nou ja, zoiets dan.
Het volgende blogje wordt vast minder warrig.

Buiten zingen krekels. Vast ooit meegelift met een Griekse vrachtauto.
Toch vreemd, op vier november.

1 opmerking:

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.